Financiële positie

Financieel meerjarenbeeld

Intensiveringen voorgaande jaren

Intensiveringen voorgaande begrotingen

Begroting

Deel-programma

I/S

2022

2023

2024

1. Werklocaties

2019

1.1

I

-200

    Werklocaties

2019

1.1

S

-115

-115

-115

2. Tijdelijke maatregelen fietsenstallingen

2019

1.2

I

-250

3. Kapitaallasten binnenstad

2019

1.2

S

-180

-180

-180

4. Fietsparkeren

2021

1.2

I

-600

-600

-600

5. Stadshavens

2019

1.3

S

-200

-200

-200

6. Energie

2019

1.3

I

-1.150

7. Erfgoed

2019

2.1

I

-100

8. Plankosten

2019

2.1

I

-50

9. Stadsbeheer proef

2019

2.1

I

-125

10. Groot onderhoud en vervangingen

2020

2.1

S

-52

-94

-94

11. Vervangingsinvesteringen Groen en

2021

2.1

S

-116

-208

-464

      aanvullend groot onderhoud

2021

2.1

I

-360

12. Aanpak gele stenen binnenstad

2021

2.1

S

-37

-37

-37

13. Apparaatskosten Wet bodembescherming

2021

2.1

I

p.m.

p.m.

p.m.

14. Veilgheidsregio Groningen - pensioen vz.

2021

2.2

I

-1.149

-1.149

-677

15. Basisbaan

2019

3.1

I

-700

16. Intensivering begeleiding en participatie

2019

3.1

S

500

500

500

17. Meer geld voor minder armoede

2020

3.1

I

-30

-30

18. Tekort BUIG

2020

3.1

S

-800

-1.100

-1.100

19. Tekort BUIG

2021

3.1

S

-100

-500

20. Begeleiding vergunninghouders

2021

3.1

I

-209

-72

21. Vervanging SW sleutelfunctionarissen

2021

3.1

S

-189

-233

-522

22. Wet schuldhulpverlening

2021

3.1

S

p.m.

p.m.

p.m.

23. Subsidies beheer & accommodaties

2019

3.3

I

-25

24. Terugdringen zorgkosten

2019

3.3

S

75

75

75

25. Aanpak problematische doelgroepen

2019

3.3

I

-98

26. Problematische jeugdgroepen

2021

3.3

I

-165

27. Zorgkosten Wmo

2020

3.3

S

1.979

-135

-135

28. Zorgkosten Jeugd

2020

3.3

S

800

2.000

2.000

29. Wmo beschermd wonen

2021

3.3

S

p.m.

p.m.

p.m.

30. Wmo volumegroei

2021

3.3

S

-167

-158

-148

31. Wmo overig

2021

3.3

S

160

-89

-336

32. Vervanging kunstgrasvelden

2019

3.4

S

-3

-3

-3

33. Vervanging kunstgrasvelden

2020

3.4

S

-185

-222

-222

        Vervanging kunstgrasvelden

2020

3.4

I

-517

-200

34. Vertraging en gedeeltelijk niet realiseren
     bezuinigingen DMO

2021

3. ...

S

-221

-257

-257

35. Digitale dienstverlening

2019

4.1

I

-220

36. Wijkvernieuwing (sociaal/ruimtelijk)

2019

4.2

I

-4.000

37. Gebiedsgericht werken

2019

4.2

I

-2.150

      Gebiedsgericht werken Haren & ten Boer

2019

4.2

I

-1.075

38. Niet realiseren oude taakstellingen

2020

4.2

I

-468

41

39. Compensatie OZB nw Haren en ten Boer

2019

4.3

I

-540

40. Vrijval herindelingsbudget wsv

2021

4.3

I

-1.644

        Vrijval herindelingsbudget wsv

2021

4.3

I

1.644

41. Generatiepact

2021

4.3

S

45

120

100

42. Digitale archiefbestanden

2019

4.4

I

-140

43 Huisvesting Iederz

2020

4.4

S

-400

-1.400

-1.400

44. Vereenvoudiging financiële administratie

2021

4.4

I

-153

-77

45. Financiering datawarehouse

2021

4.4

I

-158

-142

-125

46. Formatie functioneel beheer

2021

4.4

I

-333

-317

-300

47. Huisvesting huur Tromphuis

2021

4.4

S

-110

-110

-110

48. Niet realiseren hervorming 2020: AOW uitstroom

2021

divers

406

Totaal opgaven voorgaande jaren

-13.821

-4.492

-4.804

1. Werklocaties
Groningen groeit , niet alleen in aantal inwoners maar ook in aantal banen. Onze regiofunctie neemt toe en daarmee de druk op de stedelijke regionale voorzieningen. De economie verandert continu. Bedrijven zijn gemiddeld kleiner, zijn meer gericht op (kennisintensieve) dienstverlening, werken samen aan opdrachten en innoveren met de kennisinstellingen en andere bedrijven in plaats achter gesloten deuren. We worden steeds internationaler (met studenten en kenniswerkers), maar ook steeds drukker met bezoekers en toeristen. Ondertussen neemt de druk op de kantorenmarkt, horeca-, leisuremarkt en detailhandelsruimte en bedrijfsruimtemarkt verder toe. Willen we deze (ruimtelijk-) economische groei (blijven) accommoderen en een aantrekkelijk vestigingsklimaat houden dan staan we komende jaren voor een investeringsopgave om: 1. De groei te blijven faciliteren, 2. Een aantrekkelijke vestigingsplaats te blijven, en 3. Flexibel en wendbaar te kunnen inspelen op de veranderende economie. We creëren investeringsruimte voor verbetering van het vestigingsklimaat, in het bijzonder ontwikkelen we een visie op het profiel van bedrijventerreinen. We werken daarbij samen met de regio om het aanbod goed op de vraag af te stemmen. We stellen in 2020 125 duizend euro structureel beschikbaar oplopend tot 380 duizend euro in 2022. Daarnaast stellen we incidentele middelen beschikbaar (2021: 350 duizend euro en 2022: 200 duizend euro).

2. Tijdelijke maatregelen fietsenstallingen
We treffen tijdelijke maatregelen voor fietsenstallingen gezien de ervaren hinder van gestalde fietsen in de openbare ruimte. We stellen 3250 duizend euro in 2022 beschikbaar voor tijdelijke maatregelen fietsenstallingen.

3. Kapitaallasten binnenstad
Het visiedocument Bestemming Binnenstad is vertaald in een uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen. Dit uitvoeringsprogramma is door uw raad vastgesteld en jaarlijks actualiseren we het programma. Bij de actualisatie is het aantal projecten toegenomen en is een kostenraming opgenomen voor een aantal projecten die eerder nog niet was uitgewerkt. Het betreft bijvoorbeeld onze ambities voor de Grote Markt, aanlooproute Sontplein, gebiedsontwikkeling Noordwand, et cetera. We stellen voor tot en met 2022 ieder jaar 180 duizend euro structureel hiervoor beschikbaar te stellen. (Bij de begroting 2021 is bij hervorming 34 het beschikbare bedrag voor de binnenstad structureel verlaagd met 200 duizend euro vanaf 2020).

4. Fietsparkeren
Wij willen ervoor zorgen dat het voor iedereen prettig verblijven is in onze binnenstad. Daarom is het juist in de binnenstad van belang dat fietsen op de geëigende plek worden gestald. Er zijn daarom extra middelen nodig voor fietsstewards, de handhaving op de maximale parkeerduur en verkeerd gestalde fietsen. Voor fietsstewards zijn incidentele middelen beschikbaar in 2020 en 2021. Verder is voor de handhaving op maximale parkeerduur en voor handhaving op fout gestalde fietsen in het gebied rond het Forum, de Poelestraat en Peperstraat extra inzet nodig. In de opgaven  houden we rekenin g met 600 duizend euro in 2022 t/m 2024.

5. Stadshavens
Uw raad heeft in april 2018 opdracht gegeven om voor deelgebied 1 (het gebied tussen Sontweg en Damsterdiep) een stedenbouwkundig plan en een daarbij horende gebiedsbegroting op te stellen. Gezien het belang dat we toekennen aan het beschikbaar krijgen van gemengde woon-/werklocaties en de vraag in de markt, stellen we voor deze ontwikkeling door te zetten. De kosten voor de bodemsanering en de niet aan de grondexploitatie toe te rekenen kosten schatten we op 20 tot 60 miljoen euro. We houden rekening met het tekort door vanaf 2020 cumulatief jaarlijks 200 duizend euro beschikbaar stellen. Vanaf de jaarschijf 2023 wordt de extra kapitaallast betrokken bij de actualisatie van het meerjarenbeeld.

6. Energie
Uw raad heeft in het beleid (warmtevisie/routekaart) vastgesteld dat de gemeente een grotere rol moet hebben dan alleen regie voeren over de transitie in de b e bouwde omgeving. De gemeente zou ook een rol moeten hebben van medefinancier en mede-investeerder, naast Rijk, corporaties, particulieren en bedrijfsleven. Achtergrond is de door de raad vastgestelde ambitie dat Groningen CO2-neutraal is in 2035. We zetten daarom in op verschillende onderdelen. Zo maken we wijkenergieplannen in opdracht van het Rijk in de transitie naar aardgasloze wijken, zonder dat daar op dit moment nog middelen tegenover staan. We nemen deel aan de Regionale Energiestrategie, naast onze eigen inzet stelt ook het Rijk hiervoor middelen beschikbaar. We zetten middelen in voor het Windplatform en het Masterplan energie-landschap Meerstad Noord. We stellen hiervoor 1,15 miljoen euro beschikbaar in 2022.

7. Erfgoed
De geschiedenis van onze gemeente zegt iets over onze identiteit. Wij koesteren onze cultuurhistorie: de monumenten, de landschappen en de archeologie. Voor het uitvoeren van de erfgoednota stellen we 100 duizend euro per jaar beschikbaar in 2022.

8. Plankosten
We stellen in 2022 per 50 duizend euro beschikbaar voor plankosten. Dit zijn kosten voor het werken aan projecten die we niet direct vanuit het programma Leefkwaliteit initiëren, maar waar we wel plankosten moeten maken (inzet projectleider, ontwerper of andere adviseur) om extra groen of een impuls in de openbare ruimte voor elkaar te krijgen.

9. Stadsbeheer proef
Een belangrijk deel van het onderhoud in de gemeente wordt momenteel uitgevoerd door circa 260 medewerkers die vallen onder de Wet Sociale Werkvoorziening. Met het van kracht worden van de Participatiewet is vanaf 2015 nieuwe instroom binnen deze groep niet meer mogelijk en neemt het aantal medewerkers binnen deze groep af. We vinden het onverminderd belangrijk om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een plek te bieden in het onderhoud van de gemeente en zoeken daarom naar andere vormen. In 2019 is gestart met de concrete uitwerking van een proef. We stellen in 2022 voor deze proef 125 duizend euro beschikbaar.

10. Groot onderhoud en vervangingen
De komende jaren zijn diverse voorzieningen in de openbare ruimte aan vervanging toe. Of omdat de kosten voor onderhoud in de eindfase te hoog worden of omdat de voorziening echt ‘op’ is. Via voorgaande begrotingen zijn meerjarig budgetten gereserveerd voor aanvullend groot onderhoud en vervangingen. Het betreft een structurele component voor vervangingsinvesteringen en een incidentele component voor groot onderhoud. Het gaat om vervanging en groot onderhoud van het openbaar lichtnet, beweegbare bruggen en viaducten, verharding, speeltoestellen en openbare recreatievoorzieningen.

11. Vervangingsinvesteringen Groen en aanvullend groot onderhoud
Er zijn aanvullende middelen nodig voor het vervangen van bomen (mede als gevolg van ziekte) en speelvoorzieningen in de openbare ruimte. Deze kosten kunnen niet binnen de bestaande onderhoudsmiddelen worden opgevangen. Het meerjaren investeringsprogramma wordt jaarlijks betrokken bij de begrotingsvoorbereiding. We stellen incidenteel 360 duizend euro beschikbaar in 2024. Voor 2022 wordt 116 duizend structureel beschikbaar gesteld dat oploopt tot 464 duizend euro in 2024.

12. Aanpak gladheid gele stenen binnenstad
Alle gele stenen in de binnenstad worden vervangen in de periode 2018-2022. Deze operatie vergt – zoals aangegeven in de begroting 2018 – een totale investering van 8,6 miljoen euro. De restant investering in 2022 bedraagt 820 duizend euro (kapitaallasten: 37 duizend euro).

13. Apparaatskosten Wet bodemsanering
Tot en met 2020 ontvangen we van het Rijk middelen om de wettelijke taken die voortkomen uit Wet bodembescherming uit te kunnen voeren. Dit is geregeld in het 2e Convenant Bodem en Ondergrond 2015-2020, dat is ondertekend door het Rijk, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen. Voor de uitvoering van de wettelijke taken is 560 duizend euro beschikbaar. Daarnaast is er 140 duizend euro beschikbaar voor wettelijk taken die door de Omgevingsdienst Groningen (ODG) worden uitgevoerd. Met het aflopen van het convenant in 2020 vervalt ook de dekking van onze uitvoeringskosten en de inzet van de Omgevingsdienst Groningen. Op dit moment is er nog geen duidelijkheid over middelen die vanuit het Rijk beschikbaar komen. Hierover wordt met de convenantpartijen nog overlegd. Het niet ontvangen van middelen is opgenomen onder de risico's.

14. Veiligheidsregio Groningen – pensioenvoorziening
De Veiligheidsregio Groningen (VRG) heeft in de jaarrekening 2019 een voorziening op moeten nemen in verband met FLO-overgangsrecht. Dit heeft geleid tot een negatief eigen vermogen. Op basis van de wet- en regelgeving dient dit eigen vermogen te worden weggewerkt. We stellen 1,149 miljoen euro beschikbaar in 2022 t/m 2023 en 677 duizend euro in 2024.

15. Basisbaan
Voor mensen die nauwelijks een kans maken op de arbeidsmarkt experimenteren we de komende jaren met de basisbaan binnen verschillende sectoren, bijvoorbeeld ondersteunende taken in de wijk. Met de basisbaan willen we ook deze mensen perspectief bieden. In 2019 stelden we 250 duizend euro beschikbaar. In 2020 t/m 2022 stellen we jaarlijks 700 duizend euro beschikbaar.

16. Intensivering begeleiding en participatie
We ontwikkelen een nieuw werkprogramma dat uitgaat van positief individueel maatwerk. We willen hiermee de instroom in de bijstand beperken en de uitstroom uit de bijstand versnellen. Een scan van de arbeidsmarktwaarde maakt deel uit van de intake. Als het na 3 maanden niet gelukt is om werk te vinden, komt het Ontwikkelhuis in beeld. Hier wordt scholing en re-integratie geboden. Voor 2020 gaan we uit van extra kosten voor de intensivering van 2 miljoen euro dat jaarlijks afneemt met 500 duizend euro tot 1 miljoen euro vanaf 2022.

17. Meer geld voor minder armoede
We stellen in 2020 t/m 2023 jaarlijks 30 duizend euro beschikbaar voor belangrijke voorzieningen voor minima zoals de maaltijdvoorziening.

18. Tekort BUIG
In onze raming voor 2020 gingen we ervan uit dat de relatief positieve ontwikkeling van onze bijstandsuitgaven zich zou voortzetten. Ons aandeel in de landelijke bijstandsuitgaven was de afgelopen jaren afgenomen en ook waren er extra middelen beschikbaar gesteld om de bijstandsuitgaven nog verder te verlagen. In afwijking van wat we hadden gedacht, is ons aandeel verslechterd. De stijging van ons uitgavenaandeel heeft een negatief effect op het voorspelde tekort op de BUIG. Dit neemt fors toe en bedraagt meer dan 7,5% van het toegekende budget zodat we weer in aanmerking komen voor een vangnetuitkering. Bij de begroting 2020 is daarom nog eens 5,8 miljoen euro beschikbaar gesteld dat met 1,3 miljoen toeneemt tot een tekort van 7,1 miljoen euro in 2021. Daarna loopt het nadelige tekort op tot 7,9 miljoen euro in 2022 en 8,2 miljoen euro in 2023.

19. Tekort BUIG
Het verwachte tekort op de BUIG is geactualiseerd naar aanleiding van het voorlopig budget 2020. Door een daling van ons aandeel in het macrobudget en een negatieve bijstelling van het macrobudget naar aanleiding van de lagere realisaties van het aantal uitkeringen in 2019 stijgt ons tekort op de BUIG. Voor 2021 wordt een tekort op de BUIG verwacht van 14,1 miljoen euro. Hierbij is rekening gehouden met een bijdrage vanuit de vangnetuitkering en de effecten van het werkprogramma. Ten opzichte van de begroting 2020 betekent dit een extra tekort van 1,5 miljoen euro in 2021. Het extra tekort loopt met 100 duizend euro op in 2023 en met 500 duizend euro vanaf 2024.

20. Begeleiding vergunninghouders
De verwachting is dat we vanaf 2021 een nieuwe opgave krijgen, namelijk de Veranderopgave Inburgering. Gemeenten worden dan verantwoordelijk voor de regie op de uitvoering van de inburgering. We verwachten de extra inzet op de begeleiding vergunninghouders te kunnen dekken uit een nog te ontvangen rijksbijdrage.

21. Vervanging SW-sleutelfunctionarissen
In het beschutte bedrijf worden momenteel circa 47 sleutelfuncties ingevuld door SW-medewerkers. Het betreft medewerkers in de functie van werkleider, begeleider, onderhoudsmedewerker, magazijnmedewerker en ondersteuning personeelszaken. Doordat de oude SW wordt afgebouwd en de nieuwe instroom minder potentieel bevat zullen op termijn voor deze functies géén SW-medewerkers meer beschikbaar zijn. Hierdoor moeten we deze functies ambtelijk invullen. Dit leidt tot hogere kosten. In de periode 2021 – 2025 betreft dit 21 medewerkers. We onderzoeken mogelijkheden om geschikt personeel te vinden in andere gesubsidieerde doelgroepen. Ook de functie van orderbegeleider zal vanaf 2021 uitgebreid worden. Vooralsnog houden we rekening met een opgave vanaf 2022 van 189 duizend euro oplopend naar 522 duizend euro in 2024.

23. Subsidies beheer & accommodaties
Buurtcentra zijn van belang voor de sociale cohesie. Met de komst van de WIJ en het GON zijn er algemene, laagdrempelige voorzieningen in de wijk hard nodig. Bij een aantal accommodaties kennen we knelpunten. We stellen 25 duizend euro beschikbaar in 2022.

24. Terugdringen zorgkosten (inkoop jeugd, WIJ & OJG)
Om positieve lange termijneffecten te kunnen realiseren hebben we meerdere maatregelen in beeld gebracht. Hierbij zetten we in op een intensieve samenwerking met de diverse instellingen. De maatregelen zijn er mede op gericht de zorgkosten te beheersen. Voor de kosten van het uitvoeren van de maatregelen stellen we 225 duizend euro structureel beschikbaar in 2021 aflopend naar 150 duizend euro structureel vanaf 2022. Concreet gaat het hierom de invoering van de Ondersteuner Jeugd en Gezin in de WIJ-teams en de huisartsenpraktijken.

25. Aanpak problematische doelgroepen
We zien knelpunten bij aanpak van problematische doelgroepen: Het gaat om personen met verward gedrag, doelgroep bij afbouw Tippelzone en ex-gedetineerden. Daarnaast is er een incidenteel knelpunt bij Bed, Bad en Brood. We stellen 98 duizend euro beschikbaar in 2022 om de knelpunten aan te pakken.

26. Problematische jeugdgroepen
Op basis van ervaringen met problematische jeugdgroepen, signaleren wij bepaalde ontwikkelingen die vragen om en bredere aanpak met inzet van meer jeugdstraatwerkers en jeugd BOA’s. We zien onder andere een groei in het aantal en omvang van groepen met forse criminele en gewelddadige gedragingen. Daarnaast zien we dat binnen jeugdgroepen, subgroepen ontstaan die elkaar (met geweld) bestrijden en dat groepen mobieler en ongrijpbaarder lijken te worden. Voor een bredere aanpak is een extra budget van 165 duizend euro nodig voor 2022. In de uitwerking van de regiodeal wordt ook aandacht geschonken aan problematische wijken en kwetsbare jongeren.

27/28. Zorgkosten Wmo en Jeugd
De stijging van de zorgkosten Jeugd wordt naast stijging van de tarieven veroorzaakt door de groei van het aantal cliënten in combinatie met een verschuiving naar zwaardere zorg. Het college vult de extra tekorten op WMO en Jeugd in de begroting ten opzichte van het coalitieakkoord aan. Dit gaat om een bedrag van rond de 1 miljoen euro voor WMO en een bedrag variërend van 3,7 tot 6,1 miljoen euro voor Jeugd. Hierbij wordt er vanaf 2021 echter geen rekening gehouden met de volumegroei. Dit hangt samen met een afspraak tussen het Rijk en de VNG waardoor de gemeente Groningen compensatie van het Rijk verwacht voor de volumegroei.

29. Wmo beschermd wonen
Er gebeurt heel veel tegelijk op het gebied van Beschermd wonen. De (financiële) verantwoordelijkheid van cliënten verschuift door decentralisatie en woonplaatsbeginsel. De Wlz cliënten gaan uit BW. En er is een nieuw objectief verdeelmodel op basis van instroomcijfers gemaakt. De uitkomsten van dat model zijn nog niet gepubliceerd, maar moeten straks  worden afgezet tegen de huidige kosten minus kosten voor WLZ cliënten. Ook die laatste is nog niet bekend. Ten slotte komen er twee ingroeipaden voor de nieuwe financiering. Al deze wijzigingen maken het voorspellen van het budget en de kosten Beschermd Wonen voor komende jaren lastig.

30/31. Wmo volumegroei en overig
De raming van de zorgkosten in het kader van de WMO hebben betrekking op de door de gemeente gecontracteerde zorg (ZIN) en de verstrekking van persoonsgebonden budgetten. Daarnaast zijn hierin ook de kosten voor huishoudelijke hulp, vervoer- woon en rolvoorzieningen, de meerkosten-regeling en de kosten voor collectief vervoer meegenomen. Ten opzichte van de raming in de begroting 2020 zien we vooral een wijziging door de geraamde volumestijging. In de begroting 2020 hielden we vanaf jaarschijf 2021 geen rekening met een groeiende zorgvraag. Als we in 2021 rekenen met een volumegroei van 2,5%, leidt dit tot een opgave van ongeveer 150 duizend euro vanaf 2022.
De overige effecten in de raming van de WMO zorgkosten leiden in 2022 tot een lichte daling van de kosten. Vanaf 2023 slaat dit om in een kleine nadelige afwijking door iets hogere zorgkosten.

32/33. Vervanging kunstgrasvelden
Er is besloten om bij vervanging van kunstgras af te stappen van rubbergranulaat (SBR) en te kiezen voor kunstgrasvelden non-infill vanuit milieuoverwegingen. Bij de begroting 2019 is al dekking beschikbaar gesteld voor de structureel hogere kapitaallasten. Vanaf 2022 betekent dit nog een extra structurele dekking van 3 duizend euro. Om ook andere kunstgrasvelden te kunnen vervangen is in de begroting 2021 voorgesteld aanvullende dekking beschikbaar te stellen. Voor de structurele dekking van de kapitaallasten wordt 185 duizend euro in 2022 en 222 duizend vanaf 2023 beschikbaar gesteld. Daarnaast is voor de sanering van de aanwezige SBR incidenteel dekking nodig van 517 duizend euro in 2022 en 200 duizend euro in 2023.

34. Vertraging en gedeeltelijk niet realiseren bezuinigingen DMO
Binnen de DMO is sprake van vertraging bij de realisatie van bezuinigingen:
In de begroting 2019 is een taakstelling opgenomen die wordt gerealiseerd door het niet volledig doorgeven van de interne loon-prijscompensatie. Voor een deel kan de bezuiniging worden gerealiseerd. In de begroting 2019 is vanaf 2021 een taakstelling voor de huisvesting van de WIJ opgenomen van 285 duizend euro, te realiseren door het samenvoegen van WIJ-locaties. Door de herhuisvesting van de WIJ centrum locatie naar het Oosterpark wordt vanaf 2021 een besparing van 100 duizend euro gerealiseerd. Na onderzoek is het duidelijk dat om de resterende taakstelling te realiseren een frictiekostenbudget nodig is. We houden vooralsnog rekening met een opgave van 100 duizend euro structureel vanaf 2022. Herschikking binnen bestaande budgetten zorgt dat we de vertraging in deze bezuinigingen gedeeltelijk kunnen oplossen. Voor de dan nog resterende opgave stellen we 121 duizend euro beschikbaar in 2022 oplopend tot 157 duizend euro vanaf 2023.

35. Digitale dienstverlening
De digitalisering van de samenleving heeft een grote impact op de gemeente. Deze impact betreft met name de veranderende interactie met burgers, de grotere rol van data in de taakuitvoering, de transitie naar gemeentebrede en overheidsbrede dienstverlening en de noodzaak van continue innovatie en aanpassing aan veranderende verwachtingen van de maatschappij. Deze veranderingen kunnen deels binnen de organisatie worden gerealiseerd maar vereisen ook de ontwikkeling van nieuwe relaties met burgers, bedrijven en andere overheden en instanties. We stellen hiervoor 220 duizend euro beschikbaar in 2022.

36. Wijkvernieuwing (sociaal en fysiek)
In 2018 is een start gemaakt met een nieuwe vorm van wijkvernieuwing (“wijkvernieuwing 3.0”) voor de wijken Selwerd, Beijum, De Wijert en Indische buurt/De Hoogte en een mogelijke verbreding naar Vinkhuizen, Paddepoel (motie Raad) en eventueel Lewenborg . Doelstelling is om toe te werken naar een eigentijdse innovatieve wijkverbeteringsaanpak die een stevige financiële gemeentelijke inbreng vergt. De inzet is gericht op fysieke investeringen in de wijk (openbare ruimte, woonomgeving, inclusief klimaatadaptatie) en gelijktijdige investeringen op sociaal-maatschappelijk vlak en de plankosten (inclusief programmaleiding wijkvernieuwing). De hiervoor genoemde energietransitie geldt als belangrijke motor voor de wijkvernieuwing. We stellen voor fysieke en sociale wijkvernieuwing 4 miljoen euro beschikbaar in 2022.

37. Gebiedsgericht werken
Gebiedsgericht werken is een bij gemeentelijk beleid te bevorderen en ondersteunen. Daarnaast jagen we hiermee een integrale gemeentelijke aanpak van opgaven in wijken aan. Voor de uitvoering van de programma's stellen we extra middelen beschikbaar. Voor de jaren 2021 en 2022 stellen we 2,150 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast stellen we middelen beschikbaar voor gebiedsgericht werken vanuit budgetten van verschillende programmabudgetten. We stellen in 2022 1,075 miljoen euro beschikbaar voor het onderbrengen van Haren en ten Boer bij gebiedszaken.

38. Niet realiseren oude taakstellingen
Een aantal nog openstaande oude taakstellingen op de organisatie zijn niet realiseerbaar. Deze taakstellingen zijn afkomstig uit eerdere bezuinigingsrondes om de begroting sluitend te krijgen. Het grootste gedeelte hiervan is gerealiseerd, een deel echter niet. In 2022 bedraagt het nadeel 468 duizend euro . In 2023 wordt een beperkt voordeel gerealiseerd.

39. Compensatie OZB niet woningen Haren & Ten Boer
De harmonisatie van de OZB leidt voor bedrijven in de oude gemeenten Haren en Ten Boer tot een forse lastenstijging. Bedrijven in Haren en Ten Boer betalen na herindeling meer aan OZB dan daarvoor. We willen voor deze bedrijven daarom een compensatieregeling treffen. We stellen hiervoor 540 duizend euro beschikbaar in 2022.

40. Vrijval herindelingsbudget inzetten voor weerstandsvermogen
Vanuit het gemeentefonds wordt over een periode van vijf jaar (2008-2022) een vergoeding ontvangen voor kosten gerelateerd aan de herindeling. Het programma Herindeling is in 2019 beëindigd. Het verwachte overschot van 1.644 duizend euro wordt toegevoegd aan de algemene reserve ter versterking van het weerstandsvermogen

41. Generatiepact
Het Generatiepact 2019 van de gemeente Groningen is een regeling waarbij medewerkers van 60 jaar en ouder een stapje terug doen, zodat er ruimte komt om jonge medewerkers aan te trekken. Het generatiepact voor medewerkers tot en met schaal 7 loopt tot 1 januari 2022 en voor medewerkers in schaal 8 tot 1 januari 2021 (na verlenging met ingang van 1 januari 2020). De mogelijkheden in 2021 en verder worden nader uitgewerkt door een vertegenwoordiging vanuit de werkgever en de bonden. Ook wordt in het kader van een nieuwe CAO mogelijk een landelijk bindende afspraak gemaakt over een Generatiepact. Het Generatiepact leidt tot extra kosten van 490 duizend euro in 2021 aflopend tot 390 duizend euro in 2024.

42. Digitalisering archiefbestanden
Digitaal werken is noodzakelijk om aansluiting te houden met de digitalisering van de maatschappij. Informatie delen en verrijken zijn daarin belangrijke thema’s. Om dat te kunnen moet de basis op orde zijn. Er is geconstateerd dat er grote knelpunten zijn in de analoge en digitale archivering. De maatregelen zijn in een programma uitgewerkt, maar vragen een forse financiële en personele inspanning. We stellen voor de digitalisering van archiefbestanden 140 duizend euro beschikbaar in  2022.  

43. Huisvesting Iederz
We stellen in 2022 0,4 miljoen euro en vanaf 2023 1,4 miljoen euro beschikbaar voor de herhuisvesting van Iederz.

44. Vereenvoudiging financiële administratie
De huidige financiële administratie van de gemeente Groningen is complex. Dit bemoeilijkt een goede informatievoorziening en de totstandkoming van de P&C cyclus. We willen daarom de financiële administratie vereenvoudigen. Deze vereenvoudiging zal er ook toe bijdragen dat de keuze voor een nieuw systeem minder afhankelijk is van de complexe en Groningen-specifieke inrichting die we nu gebruiken in onze administratie. We willen dit projectmatig aanpakken met een doorlooptijd van 2 tot 3 jaar. De inspanningen die gepleegd moeten worden voor dit project, kunnen niet volledig binnen bestaande personele capaciteit (in de vorm van tijd en kennis) worden uitgevoerd. We stellen 153 duizend euro beschikbaar in 2022 en 77 duizend euro in 2023.

45. Financiering datawarehouse
Het gemeentelijke datawarehouse is nu zo’n twee en een half jaar in de lucht. Inmiddels zijn al 25 applicaties ontsloten, van waaruit informatie wordt geleverd. Belangrijke bronnen zijn de applicaties die worden gebruikt binnen het sociaal domein (Werk, Inkomen, WMO en Jeugdzorg), maar ook data uit het ruimtelijk domein en de bedrijfsvoering wordt in toenemende mate ontsloten en beschikbaar gesteld. Het is daarmee een belangrijke schakel geworden voor de informatievoorziening binnen de gemeente. We stellen 158 duizend euro beschikbaar in 2022 aflopend tot 125 duizend euro in 2024.

46. Formatie functioneel beheer
De ICT wordt steeds meer ingezet als strategisch middel. De bestaande capaciteit op het gebied van functioneel beheer is vooral gericht op beheer en instandhouding en niet op nieuwe ontwikkelingen. Het gaat bijvoorbeeld om de ontwikkeling van publieke dienstverlening & informatieverstrekking aan onze inwoners. Dit leidt tot een opgave van 333 duizend euro in 2022, 317 duizend euro in 2023 en 300 duizend euro in 2024.

47. Huisvesting huur Tromphuis
Voor de huisvesting van onze medewerkers huren we een pand (Tromphuis). Aangezien er nog geen ruimte is binnen ons eigen kernvastgoed is het noodzakelijk de bestaande situatie te continueren. We blijven kijken naar mogelijkheden om de medewerkers op termijn alsnog binnen ons eigen kernvastgoed te huisvesten. De kosten bedragen 22 duizend euro in 2021 en 132 duizend euro vanaf 2022

48. Niet realiseren hervormingen begroting 2020 - AOW uitstroom
Bij de begroting 2020 zijn hervormingsmaatregelen vastgesteld. Een aantal bezuinigingsmaatregelen zijn niet/ zeer moeilijk te realiseren. Het betreft hervormingen op het gebied van sport, duurzame energieopwekking, beheer en onderhoud, vrijval compensatieregeling OZB en optimalisatie gebruik panden. Het niet realiseren van de hervormingen kan vanaf 2024 gedeeltelijk worden gedekt uit de besparing op AOW-uitstroom.

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2022 17:06:48 met de export van 07/04/2022 16:28:23