Paragrafen

Paragraaf 8: Lokale heffingen

Belastingen

Hieronder geven wij een toelichting op de ontwikkeling van de diverse belastingen van de Gemeente Groningen.

Onroerende zaakbelasting
De OZB-opbrengst 2022 stijgt door de volumetoename (600 duizend euro) en de reguliere indexatie van 1,8 % (1,743 miljoen euro). Daarnaast zijn enkele maatregelen genomen die betrekking hebben op de OZB voor 2022:

  • Bij de begroting 2020 is voor de jaren 2021-2023 besloten tot een jaarlijkse stijging van de OZB met 1% (820 duizend euro);
  • Onderdeel van de Hervormingen 2020-2023 is de taakstelling ‘Afvalinzameling en -verwerking ten bedrage van 532 duizend euro en te realiseren met ingang van 2021. In 2021 kon deze besparing echter nog niet gerealiseerd worden.  Op basis van een geactualiseerd afvalbeheerplan verwachten we dat we, door schaalvoordelen en een goede samenwerking met bewoners, de besparing in 2022 wel kunnen realiseren. We verwerken de besparing in de afvalstoffenheffing vanaf 2022 en realiseren deze door een verhoging van de OZB. Deze uitruil zal gemiddeld genomen niet tot een lastenverzwaring leiden;
  • Met ingang van 2022 worden onroerende zaken die bestemd zijn voor het geven van voortgezet onderwijs vrijgesteld van OZB. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs en voor het bekostigen van de OZB. Door deze vrijstelling hoeven de scholen de OZB lasten niet te declareren bij de gemeente. Dit leidt tot een lagere OZB opbrengst van 1,374 miljoen euro. Hier staat een lagere te betalen vergoeding aan de scholen tegenover (budgetneutraal).
  • de hondenbelasting wordt per 2022 afgeschaft en de inkomstenderving wordt gecompenseerd door een verhoging van de OZB met 1,115 miljoen euro.

Roerende zaakbelasting
De opbrengst roerende zaakbelasting stijgt met 2 duizend euro als gevolg van het jaarlijks indexeren van het tarief. Daarnaast resulteert de verwachte volumegroei in een meeropbrengst van 20 duizend euro ten opzichte van de begroting 2021.

Logiesbelasting
De opbrengst van de logiesbelasting ramen we op hetzelfde niveau als in 2021.

Precariobelasting
De opbrengsten uit precariobelasting stijgen met 29 duizend euro als gevolg van indexatie. Het beleid is niet gewijzigd.

Parkeergelden
De parkeergelden bestaan uit een publiekrechtelijk en een privaatrechtelijk deel. Het publiekrechtelijk deel wordt ook wel parkeerbelasting genoemd en daaronder vallen de tarieven voor het parkeren bij parkeermeters en parkeerautomaten, de boetes voor het rood staan bij parkeermeters en parkeerautomaten, de kosten van het (gratis) fiets parkeren en de tarieven voor parkeervergunningen. Onder het privaatrechtelijk deel vallen de tarieven voor parkeergarages, buurtstallingen en P&R terreinen. Het uitgangspunt is dat het in totaal kostendekkend is.

De opbrengst van de publiekrechtelijke parkeergelden (parkeerbelasting) stijgt met 1,1 miljoen euro ten opzichte van de begroting 2021. Dit komt vooral door een toename van de staangelden onder andere meer bezoekerspassen en door tariefstijgingen.

De opbrengsten van de parkeergarages nemen toe met circa 1,0 miljoen euro. Deze toename wordt verklaard door verdere ingroei van de forumgarage (eind 2019 is de forum-garage in exploitatie genomen),  toename van de omzet van de Boterdiep-garage en door de afloop van de coronapandemie. In 2022 is ook de verkoop van het Martiniplaza begroot voor 2 miljoen euro incidenteel. De kostendekkendheid van het privaatrechtelijke deel bedraagt in 2022, 106% (2021: 81%).

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2022 17:06:48 met de export van 07/04/2022 16:28:23