Leges en heffingen
Hieronder geven wij een toelichting op de ontwikkeling van de diverse leges en heffingen van de Gemeente Groningen.
Leges burgerzaken
Onder leges burgerzaken vallen de tarieven voor reisdocumenten, verklaring omtrent gedrag, inlichtingen en afschriften burgerlijke stand, rijbewijzen, huwelijken en afschriften basisregistratie personen (BRP). Voor de reisdocumenten en rijbewijzen geldt dat de rijksoverheid een maximumtarief vaststelt. De kostendekkendheid van de producten burgerzaken loopt uiteen maar de totale kostendekkendheid van deze producten komt uit op 69% (2021: 74%). Het verschil wordt vooral veroorzaakt door het product rijbewijzen. Dit komt met name door de zogenaamde 'rijbewijscyclus'. Omdat vanaf 1 oktober 1986 de geldigheid van het rijbewijs van 5 jaar naar 10 jaar is gegaan, krijgen we steeds te maken met twee verschillende periodes van 5 jaar. Vanaf 1 oktober 2021 hebben we te maken met een periode van vijf jaar waarin minder rijbewijzen worden afgegeven. De inkomsten zijn 248 duizend euro lager dan in 2021. Hier staan ook lagere lasten tegenover (153 duizend euro in 2022). Per saldo daalt de kostendekkendheid van rijbewijzen van 112% in 2021 naar 100% in 2022.
Instemming besluiten Telecom en Graafverordening
De kosten voor het verlenen van instemmingsbesluiten voor graafwerkzaamheden worden op basis van de telecomverordening en de graafverordening verhaald op de netbeheerders. De begrote heffingen in 2022 bedragen 624 duizend euro. De stijging van de heffingen met 197 duizend euro wordt met name veroorzaakt doordat we in 2022 verwachten meer glasvezelkabels aan te leggen. De lasten stijgen met 187 duizend euro door extra inzet van personeel dat nodig is in verband met de extra werkzaamheden voor deze verglazing van het netwerk.
Leges Gehandicapten parkeerkaart
De opbrengsten zijn voor 2022 begroot op 60 duizend euro (gelijk aan 2021) en de kosten op 237 duizend euro (25 duizend euro meer dan in 2021). De kostendekkendheid neemt hierdoor af van 28% naar 25%. Op basis van bestaand beleid hoeven de leges niet kostendekkend te zijn maar vormen deze enkel een tegemoetkoming in die kosten.
Leges bouwactiviteiten
Leges worden geheven om de kosten van het vergunningverleningsproces rondom een omgevingsvergunning te dekken. De hoogte van de bouwleges wordt bepaald op basis van een bouwkostenraming (aanneemsom exclusief BTW) en het tarief zoals in de legesverordening is vastgesteld.
De tarieven zijn in 2021 geharmoniseerd, waarbij gekozen is voor de berekeningssystematiek die ook in de voormalige gemeente Groningen werd gehanteerd. De legestarieven vallend onder Titel 2 ‘Omgevingsvergunningen’ zijn voor 2022 met 0,88% verhoogd. Daarmee komt de kostendekkendheid van de titels 1 en 2 uit de legesverordening op 100%.
De begrote baten zijn onderverdeeld in de categorieën bouwkosten tot en met 455 duizend euro en bouwkosten meer dan 455 duizend euro. De bouwkostenvolumes waarmee gerekend is, zijn gebaseerd op het 6-jaarsgemiddelde van de gerealiseerde bouwkosten van de voormalige gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer over de jaren 2015 tot en met 2020. Er worden ten opzichte van dit gemiddelde geen uitschieters, bijvoorbeeld als gevolg van uitzonderlijke grote projecten, verwacht.
In de begroting van de lasten van de bouwleges is rekening gehouden met de toegerekende BTW. De overige lasten zijn herijkt.
In 2021 zijn voor het eerst leges geheven voor een zogenaamd vooroverleg (IVO). De lasten hiervan zijn afgesplitst aan de lasten van de bouwleges. Beide maken onderdeel uit van de leges omgevingsvergunning.
Bovengenoemde herberekeningen hebben geleid tot een toename in de baten leges bouwactiviteiten van 1,929 miljoen euro ten opzichte van de begroting 2021 en een toename in de lasten van 1,807 miljoen euro. Het percentage kostendekkendheid is hiermee uitgekomen op 110% (2021: 110%).
Medio 2022 wordt de inwerkingtreding van de Omgevingswet verwacht, gecombineerd met de Wet Kwaliteitsborging Bouw. Hiermee ontstaan nieuwe producten/ vergunningen en verandert de wijze van toetsing. Ook het stelsel van vergunningvrij bouwen wijzigt. Over de exacte impact van de wet is nog veel onduidelijk. Hierdoor zijn de inkomsten zeer moeilijk te voorspellen. Het is ook nog mogelijk dat de wet weer wordt uitgesteld.
Leges vellen van de houtopstand
Er wordt een afname in de baten verwacht van 2 duizend euro in 2022 ten opzichte van 2021. De verwachte toename in de lasten bedraagt 3 duizend euro.
Leges vallend onder titel 3 van de Legesverordening
Afgezien van de leges voor evenementenvergunningen is in 2014 voor elk van de tarieven van titel 3 de norm op 100% kostendekking gesteld. Voor de leges die niet kostendekkend zijn, worden voorstellen gedaan om dit uitgangspunt te realiseren.
Horecaleges
Hieronder vallen de alcoholvergunning (vergunning om een horeca- of slijtersbedrijf te mogen uitoefenen) en de exploitatievergunning (onder andere voor coffeeshops). Om te komen tot volledige kostendekking moeten de horecaleges met 73% worden verhoogd. De horecaondernemers zijn zwaar getroffen door de gevolgen van de COVID-beperkingen. Daarom wordt de volledige kostendekking niet in één keer gerealiseerd maar in drie jaarlijkse stappen. In 2022 stijgt het tarief van € 440,40 naar € 548 (+24%) waarmee de kostendekking op 72% uitkomt. De extra opbrengst als gevolg van deze verhoging bedraagt 28 duizend euro.
Leges terrasvergunning
Om te komen tot volledige kostendekking moeten de leges met 11% worden verhoogd. Ook deze leges worden niet in één keer maar in drie jaarlijkse stappen verhoogd. Dit betekent voor 2022 een tariefstijging van € 523 naar € 542
(+ 3,6%) en een extra opbrengst als gevolg van deze verhoging van duizend euro waarmee de kostendekking op 93% uitkomt.
Leges vergunning seksbedrijven
Hierbij gaat het om de leges voor het verlenen en verlengen van vergunningen voor de exploitatie van prostitutiebedrijven, seksbioscopen e.d. Deze leges worden in één keer verhoogd naar volledige kostendekking. Hiervoor wordt het tarief met 18% verhoogd. Het tarief voor de vergunning voor de exploitatie van een prostitutiebedrijf stijgt van € 2.180 naar € 2.572. De extra legesopbrengst als gevolg van deze verhoging bedraagt 3 duizend euro.
Leges vergunningen Huisvestingswet
Voor een deel van de woningvoorraad in de gemeente geldt een vergunningplicht voor:
- het onttrekken van woonruimte aan de woningvoorraad;
- het samenvoegen van woonruimte;
- het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte en
- het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten.
Deze vergunningplicht heeft tot doel de woningvoorraad op peil te houden. Om te komen tot volledige kostendekkendheid wordt het tarief in één keer opgehoogd met 275% van € 706,85 naar € 2.650. De extra legesopbrengst als gevolg van deze verhoging bedraagt 99 duizend euro.
Leges splitsingsvergunning
De splitsingsvergunning is nodig om een gebouw te mogen splitsen in appartementsrechten. Het legestarief is verlaagd van € 287,90 naar € 268,70 om binnen de opbrengstlimiet te blijven. De opbrengstderving als gevolg van deze tariefverlaging is te verwaarlozen.
Leges ontheffingen Winkeltijdenwet
De Winkeltijdenwet regelt de openingstijden van winkels. Winkeliers die daarvan willen afwijken, hebben een ontheffing van de gemeente nodig. De leges voor deze ontheffingen zijn niet kostendekkend maar voor 2022 worden slechts enkele aanvragen om een ontheffing verwacht. Een voorstel tot tariefverhoging krijgt dan een willekeurig karakter omdat één aanvraag meer of minder al tot een geheel andere uitkomst leidt. Het tarief is daarom niet verhoogd.
Kamerverhuur- en bemiddelingsvergunning
Verhuurders van kamers of appartementen aan studenten in Groningen hebben sinds 1 januari 2019 een verhuurdersvergunning nodig. Dit geldt ook voor bureaus die bemiddelen in woonruimte voor studenten. Sinds 1 januari 2021 worden er voor deze vergunningen leges geheven die volledig kostendekkend zijn. De leges zijn voor 2022 met de toegestane indexatie (1,8%) verhoogd tot € 365,82.
Evenementen
Voor leges voor evenementen geldt een beperkte kostendekkendheidseis. Na indexatie van de tarieven met 1,8% is de kostendekkendheid 27% geworden. Dit is nagenoeg gelijk aan 2021.
Afvalstoffenheffing
Voor 2022 geldt voor de afvalstoffenheffing een vast tarief naar huishoudengrootte (1 persoons, 2 persoons en 3 en meer persoons). Kosten stijgen door meer investeringen in glas- papier- en afvalbakken in 2021[1], een verhoging van de bijdrage aan het afvalbrengstation door onder andere prijsstijgingen in de verwerking van diverse afvalstromen en meer inhuur van uitzendkrachten, stijging van salariskosten (indexatie), extra inhuur voor afvalpreventieprojecten en -campagnes en hogere kwijtscheldingslasten. Tegenover deze stijging van de lasten staat een sterke daling van de lasten door een nieuw contract met afvalverwerker Omrin. Om tot een 100% kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing te komen, kan het gemiddelde tarief voor de afvalstoffenheffing met 1,92% worden verlaagd. De tarieven voor de verschillende categorieën huishoudens zijn hieronder weergegeven.
Tarieven 2022
1 persoonshuishouden | € 254,88 |
---|---|
2 persoonshuishouden | € 298,20 |
3 of meerpersoonshuishouden | € 362,04 |
Rioolheffing
De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door een heffing verhaald. Gemeenten hebben naast de zorgplicht voor stedelijk afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. De opbrengst van de rioolheffing, met als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, is geoormerkt. De belangrijkste functie is dus het genereren van inkomsten om de voorziening mogelijk te maken. De rioolheffing wordt geheven van de eigenaar (aansluitrecht).
Aan de batenkant is er ten opzichte van 2021 per saldo sprake van een stijging van de baten rioolheffing met 235 duizend euro. De baten stijgen enerzijds doordat het aantal aansluitingen is toegenomen tot 131.102. Anderzijds dalen de baten doordat het tarief ten opzichte van 2021 is gedaald met € 1,15. De toename van het aantal aansluitingen zit met name in de verwachte stijging van het aantal nieuwbouw woningen in 2022.
Het tarief voor de rioolheffing in 2022 bedraagt 141,18 euro.
Begrafenisrechten
De kosten die verband houden met begrafenisrechten stijgen zowel door volume-effecten, als indexatie van de kosten. Door stijging van de kosten is er bij de baten rekening gehouden met een tariefstijging van 6,87% om 100% kostendekkend te kunnen zijn.
Marktgelden
Na indexatie van de tarieven van 1,8% wordt de kostendekkendheid 100%.
Havengelden
Na indexatie van de tarieven van 1,8 % wordt de kostendekkendheid 100%.
[1] De afschrijvingslasten van investeringen in 2021 worden conform regelgeving toegerekend aan het jaar volgend op de investering