Financiën

Toelichting op de lasten van 64,7 miljoen euro (bestaand beleid 2022)
De middelen worden voor het grootste deel ingezet voor de Sociale Werkvoorziening (SW) (30,8 miljoen euro) en voor Participatie (25,9 miljoen euro). Van dit Participatiebudget wordt 5,3 miljoen euro ingezet ter dekking van het tekort op de SW.
Daarnaast wordt 4,6 miljoen euro verstrekt aan loonkostensubsidie en 1,8 miljoen euro aan begeleidingsvergoeding. Ook zetten we 1,2 miljoen euro in voor begeleid werken en 0,4 miljoen euro voor het regionale programma van Werk in Zicht (WIZ).

Toelichting op de baten van 15,0 miljoen euro (bestaand beleid 2022)
Van de baten heeft 8,3 miljoen euro betrekking op de SW. Dit betreft voornamelijk detacheringsopbrengsten en omzet van het beschutte bedrijf. Daarnaast ontvangen we 4,6 miljoen euro van het Rijk voor loonkostensubsidie voor 'baan afspraakbanen' en 'nieuw beschut' en 1,9 miljoen euro voor begeleidingskosten. Voor het regionale programma Werk in Zicht (WIZ) hebben we 0,2 miljoen euro aan baten begroot.

Toelichting op de intensiveringen en hervormingen jaarschijf 2022
Binnen dit beleidsveld is een hervorming doorgevoerd van 300 duizend euro. We zetten activeringsmiddelen anders in. Deze middelen gaan we inzetten voor de oplopende onderhoudskosten beheer en onderhoud openbare ruimte door veranderende instroom mensen met afstand tot de arbeidsmarkt (deelprogramma 2.1).
In hoofdstuk 4, Financiële positie is een uitgebreide toelichting per intensivering/hervorming opgenomen.

Toelichting op het verschil in de lasten ten opzichte van de begroting 2021
Ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2021 liggen de lasten 7,0 miljoen euro lager. Hieraan liggen diverse oorzaken ten grondslag. Zo dalen de uitvoeringskosten re-integratie met 4,9 miljoen euro met name doordat we in de begroting 2021 incidenteel extra re-integratiemiddelen hebben opgenomen. Deze maken onderdeel uit van de steun- en herstelmiddelen die het kabinet beschikbaar heeft gesteld om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. De middelen die voor 2022 zijn aangekondigd maar nog niet zijn toegekend, zijn nog niet in de begroting 2022 opgenomen.
Ook de lasten van WIZ zijn in 2022 lager. Het verschil van 3,1 miljoen euro wordt veroorzaakt doordat in de begroting 2021 incidentele middelen zijn opgenomen voor het 1000-banenplan (1,1 miljoen euro) en extra gelden crisisdienstverlening 2021 (2,0 miljoen euro). Een deel van deze middelen maakt onderdeel uit van het verwachte resultaat 2021 en wordt ingezet in 2022 voor co-financiering van NPG projecten en het nieuwe Werk-en Scholingsprogramma. Deze middelen zijn nog niet opgenomen in de begroting 2022.
Daarnaast zijn de lasten van het werkprogramma 1,2 miljoen euro lager als gevolg van lagere incidentele middelen in 2022 (het oude werkprogramma loopt in 2022 af). Tot slot is het subsidie- en uitvoeringstekort 1,2 miljoen euro lager als gevolg van een daling van de loonkosten door de afname van het aantal WSW medewerkers en een toename van het subsidiebedrag dat we per WSW medewerker ontvangen.
Aan de andere kant is in de begroting 2022 een hoger budget opgenomen voor Nieuw Beschut (1,7 miljoen euro). Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat we de loonkosten (lasten) en de loonkostensubsidie (baten) dit jaar apart in de begroting hebben opgenomen. Dit leidt zowel aan de baten als aan de lasten kant tot een stijging van 1,3 miljoen euro. Daarnaast stijgt het aantal Nieuw Beschut medewerkers waardoor de netto loonkosten met 0,4 miljoen euro stijgen.
Tevens hebben we voor loonkostensubsidie 0,9 miljoen meer opgenomen in verband met een stijging van het aantal baan afspraak banen en Nieuw Beschut. En is het re-integratiebudget met 0,6 miljoen euro gestegen met name als gevolg van de nominale compensatie.

Toelichting op het verschil in de baten ten opzichte van de begroting 2021
Ten opzichte van de actuele begroting 2021 zijn de baten 5,5 miljoen euro hoger begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de verwerking van de loonkostensubsidie ad. 4,6 miljoen euro. Vanaf 2022 loopt de financiering van de loonkostensubsidie niet meer via de BUIG, maar wordt het een aparte financiering gebaseerd op de realisatie van het voorgaande jaar. Deze baten worden daarom vanaf 2022 geboekt via beleidsveld 3.1.1. en niet meer via beleidsveld 3.1.2.
Daarnaast nemen de baten Nieuw Beschut met 1,1 miljoen euro toe. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat we de loonkosten (lasten) en de loonkostensubsidie (baten) dit jaar apart in de begroting hebben opgenomen. Dit leidt zowel aan de baten als aan de lasten kant tot een stijging van 1,3 miljoen euro. Daarnaast stijgt het aantal Nieuw Beschut medewerkers, hierdoor stijgt de te ontvangen begeleidingsvergoeding met 69 duizend euro. Daarentegen is de bonus Nieuw Beschut vanaf 2022 ad 315 duizend euro komen te vervallen.
Daarnaast valt de bijdrage vanuit de buitengemeenten 0,2 miljoen euro lager uit. In de begroting 2021 zijn we er van uitgegaan dat deze bijdrage gerealiseerd zou worden. Echter de buitengemeenten zijn niet akkoord gegaan met een extra bijdrage in het subsidietekort. In de begroting 2022 hebben we daarom 0,2 miljoen euro minder opgenomen.

Toelichting op de lasten van 213,5 miljoen euro (bestaand beleid 2022)
Van het budget van 213,5 miljoen euro wordt 191,1 miljoen euro (= 89,5%) ingezet voor het bekostigen van de uitkeringen en inzet personeel in het kader van de Participatiewet (BUIG), IOAW (Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werknemers), IOAZ (Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen), Bbz 2004 (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) en de overige wettelijke regelingen. Daarnaast zetten we 15,4 miljoen euro in voor de armoede- en minimaregelingen (zoals de bijzondere bijstand) en 7,0 miljoen euro voor de schuldhulpverlening.

Toelichting op de baten van 166,7 miljoen euro (bestaand beleid 2022)

De baten betreffen voor 99% baten die we ontvangen van het Rijk in het kader van bovengenoemde wettelijke regelingen.

Toelichting op de intensiveringen en hervormingen jaarschijf 2022
De toegekende intensiveringen van 571 duizend euro betreffen:

• Vroegsignalering schuldhulpverlening (430 duizend euro)
• Organisatie Directie Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) (141 duizend euro binnen dit beleidsveld, in totaal 690 duizend euro verdeeld over meerdere beleidsvelden)

 In hoofdstuk 4, Financiële positie is een uitgebreide toelichting per intensivering/hervorming opgenomen.

Toelichting op het verschil in de lasten ten opzichte van de begroting 2021
Ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2021 vallen de lasten 14,7 miljoen euro hoger uit. Dit wordt met name verklaard door de hogere bijstandsuitgaven. Op basis van de macro-ramingen voor de bijstandsuitgaven in de rijksbegroting en het aandeel van onze gemeente, verwachten we dat de bijstandsuitgaven met 16,3 miljoen euro stijgen (Participatiewet 15,3 miljoen euro, IOAW 0,7 miljoen euro en BBZ 0,3 miljoen euro).
Aan de andere hebben we in de begroting 2021 diverse incidentele posten opgenomen die niet in de begroting 2022 zijn verwerkt. Het gaat hier om extra kosten als gevolg van corona, projectuitgaven voor de nieuwe applicatie sociaal domein en de bijdrage vanuit armoedemiddelen voor de GKB. Per saldo gaat het om een bedrag van 1,9 miljoen euro.

Toelichting op het verschil in de baten ten opzichte van de begroting 2021
De baten vallen ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2021 12,8 miljoen euro hoger uit. Deze hogere baten kunnen volledig verklaard worden door de hogere BUIG-uitkering. Gebaseerd op het aandeel 2021 van de gemeente Groningen in het macrobudget voor bijstandsuitkeringen en de ramingen voor bijstandsuitgaven in de rijksbegroting, verwachten we dat het BUIG-budget in 2022 11,4 miljoen euro hoger zal zijn dan in 2021. Daarnaast hebben we in verband met de tekorten op de BUIG een vangnetuitkering van 1 miljoen euro begroot en zijn de overige baten naar verwachting 0,4 miljoen euro hoger.