Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risico's

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken/ grondexploitaties)

Deelprogramma 1.1 en 1.3

Economie en werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.

Bij de Rekening 2019, Begroting 2021 en Rekening 2020 is het benodigd weerstandsvermogen vastgeklikt op  80 miljoen euro, die in 2019 (Rekening 2018/Begroting 2020) is bepaald. Het zicht op risico’s die samenhangen met de nog te starten gebiedsontwikkelingen was onvoldoende en daarom is zekerheidshalve ervoor gekozen de 80 miljoen euro als weerstandsvermogen te handhaven. Inmiddels zijn die gebiedsontwikkelingen verder uitgewerkt en kunnen ook de bijbehorende risico’s beter worden geduid. Die risico’s zijn meegenomen in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen.

Benodigd
 weerstandsvermogen

2022

2023

2024

2025

 (Bedragen x 1 miljoen euro)

1. Vastgestelde gemeentelijke
 grondexploitaties

11,8

13,9

14,1

13,3

2.  Nog vast te stellen gemeentelijke
 grondexploitaties

                     9,8 

13,8

14,2

14,2

3.  Grondexploitaties in aparte
 rechtsvormen

3a. Meerstad

-

-

-

-

3a. Meerstad Noord

26,1

26,1

26,1

26,1

3b. Stadshavens

-

-

-

-

3c. Suikerzijde

-

-

-

-

4.     Strategisch bezit

3,8

4,2

4,5

4,8

51,5

58

58,9

58,4

 

Nadere toelichting
Het benodigde WSV voor grondexploitaties bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. Vastgestelde gemeentelijke grondexploitaties
    Met behulp van de risicoboxenmethode is het benodigde weerstandsvermogen voor deze grondexploitaties bepaald. Hier komt voor de jaarschijf 2022 een benodigd WSV van 11,8 miljoen euro uit.
  2. Nog vast te stellen gemeentelijke grondexploitaties
    Op dit moment wordt gewerkt aan een aantal gebiedsontwikkelingen. Naar verwachting worden deze gebiedsontwikkelingen middels een vast te stellen grondexploitatie later dit jaar of begin volgend jaar aan de raad voorgelegd. Het betreft een aantal kleinere gebiedsontwikkelingen die veelal met de versterkingsopgave te maken hebben. Daarnaast verwachten we ook de grondexploitaties voor de ontwikkeling van de Held3 (Heldin) en het Stationsgebied binnenkort te openen. Ook hier is met behulp van de risicoboxenmethode het benodigde weerstandsvermogen berekend op 9,8 miljoen euro.
  3. Grondexploitaties die in aparte rechtsvormen zijn/worden ondergebracht
    De gemeente Groningen heeft de gebiedsontwikkeling Meerstad ondergebracht in een BV. Daarnaast is er het voornemen om de gebiedsontwikkelingen Suikerzijde en Stadshavens ook in een BV onder te brengen. Uitgangspunt bij gebiedsontwikkelingen die in aparte rechtsvormen zijn ondergebracht is dat de risico’s binnen de beschikbare middelen voor de betreffende gebiedsontwikkeling kunnen worden opgevangen. Daarmee hoeft er in beginsel dus geen weerstandsvermogen bij de gemeente te worden aangehouden.

3a. Meerstad Noord

Op dit deelgebied zit een aanzienlijke opbrengsttaakstelling. Op dit moment wordt gewerkt aan de uitwerking van plannen voor een zonnepark. Door deze planuitwerking neemt het risico dat de opbrengst niet geheel gerealiseerd gaat worden toe. In de Rekening 2019 kwam het risico Meerstad Noord uit op 11,3 miljoen euro. De actuele berekening komt uit op 26,1 miljoen euro. Een toename van het risico met 14,8 miljoen euro. Dit risico dekken we met gemeentelijk weerstandsvermogen af.

  1. Strategisch grondbezit

Met behulp van de risicoboxenmethode is het benodigde weerstandsvermogen voor het strategisch grondbezit berekend op 3,8 miljoen euro.

Risicobedrag 2022

51,5 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

58,0 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

58,9 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

58,4 miljoen euro

Kans 2025

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004

Actie

Binnen de grondexploitatie wordt gestuurd op de beheersing van de risico’s. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Deelprogramma 1.2 :

Mobiliteit

Omschrijving

Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren. Bij de jaarrekening 2020 hebben wij voor 2021 het risico herijkt als gevolg van de corona-crisis. Het risico voorde jaarschijf 2021 neemt toe met 1,8 miljoen euro tot 4,5 miljoen euro.

Voor de begroting 2022-2025 zijn de risico's ook herijkt. Over 2022 neemt het risico met 1,6 miljoen euro toe. Dit wordt deels verklaard doordat de begroting 2022 normaal is begroot, als ware er geen corona-crisis. In het risicomodel hebben we voor 2022 nog een verhoogd risico op een uitloop van de corona-crisis gekwantificeerd. Daarnaast heeft de corona-crisis geleerd dat ook de variabele huuromzet en de abonnementen-omzet van de Euroborg-garage conjunctuurgevoelig zijn. Voor deze omzetten zijn derhalve risico's gekwantificeerd. Daarnaast is het risico voor de forum-garage geactualiseerd. Bovenstaande wijzigingen leiden tot een verhoogd risico van circa 300 duizend euro per jaar, over 4 jaar derhalve 1,2 miljoen euro.  Overige wijzigingen leiden tot een verhoging van 400 duizend euro.

Risicobedrag 2022

4,30 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

3,92 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

4,10 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

4,29 miljoen euro

Kans 2025

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in de P&C-documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

Naam risico  

Verkeer- en vervoersprojecten 

Deelprogramma 1.2:

Mobiliteit  

Omschrijving

Risico's bij verkeer- en vervoersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de hoogte van de investeringskosten. Vooraf worden deze risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben.

Bij de grote verkeersprojecten (= investering meer dan 5 miljoen euro) bepalen we het risico op 10% van de investeringskosten. Daarbij beoordelen we de mogelijkheid om bij te sturen in het project (beheersmaatregelen). Op projectniveau kunnen dat bijvoorbeeld zijn: het werken met een plafondprijs in de aanbesteding, het rekening houden met een percentage onvoorzien in de kostenraming of het in beeld brengen van besparingsmogelijkheden.

Risico's die niet binnen de beschikbare middelen van het project kunnen worden opgelost, worden meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen voor verkeersprojecten.

Voor projecten die voortvloeien uit de Netwerkanalyse 2013 (totale omvang gemeentelijke middelen 20 miljoen euro) is besloten dat voor- en nadelen mogen worden verrekend binnen het totale programma (gesloten financiering). Financiële tegenvallers kunnen dus binnen het totaal beschikbare budget worden opgevangen. Dit kan effect hebben op de projecten die uitgevoerd kunnen worden, maar voor het geheel geldt dat geen sprake is van een financieel risico voor de gemeente Groningen.

Stationsgebied Haren
De gemeente werkt aan de ontwikkeling van het Stationsgebied in Haren. Onderdeel van de ontwikkeling is het realiseren van een fiets- voetgangersverbinding tussen Oosterhaar en het centrum van Haren, ter hoogte van het station. Daarnaast wordt de omgeving van het station aangepakt. Prorail heeft in onze opdracht hiervoor een opdracht aan een aannemer verstrekt. De werkzaamheden zijn inmiddels uitgevoerd en opgeleverd. Het risico bestaat momenteel uit de financiële afhandeling van het project waarvoor een arbitrageprocedure is aangespannen door de aannemer tegen Prorail. Naar verwachting gaat deze procedure een jaar duren. De totale claim van de aannemer is 2,7 miljoen euro. Dit is ook het totale risico. Mocht Prorail namelijk in het ongelijk worden gesteld, dan zal de gemeente Groningen, als opdrachtgever van Prorail, de kosten van de claim moeten dragen. De kans van optreden schatten we op 25%, wat een risicobedrag betekent van afgerond 700 duizend euro.

Risicobedrag 2022

0,7 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

0,7 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

0,7 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2025

0,7 miljoen euro

Kans 2025

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

Naam risico  

Tekort OV-Bureau Groningen Drenthe

Deelprogramma 1.2

Mobiliteit

Omschrijving

De gemeente Groningen neemt voor 21% risicodragend deel in het OV-Bureau Groningen Drenthe (zie ook de paragraaf Verbonden Partijen). De andere deelnemers, de provincies Groningen en Drenthe, dragen respectievelijk 44% en 35% van het risico.

Als gevolg van Corona zijn reizigersaantallen terug gelopen. De verwachting is dat het herstel een aantal jaar duurt. Dit heeft een nadelige invloed op de verwachte resultaten van het OV-Bureau. De Begroting 2022 van het OV-Bureau is vastgesteld met een voorzien tekort. Hiervoor is een ‘Stelpost overige baten’ in de begroting van het OV-Bureau opgenomen waarbij is aangegeven dat er extra middelen vanuit Rijk, provincies Drenthe en Groningen, gemeente Groningen en/of het weerstandsvermogen van het OV-bureau moeten komen.

Daarnaast heeft het Rijk nog geen zekerheid gegeven over een beschikbaarheidsvergoeding vanaf september 2022 en de jaren daarna.

Risicobedrag 2022

0,4 miljoen euro

Kans 2022

50%

Risicobedrag 2023

0,4 miljoen euro

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

-

Kans 2024

-

Risicobedrag 2025

-

Kans 2025

-

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2021

Actie

We volgen samen met het OV-Bureau de ontwikkelingen rondom de reizigersaantallen en de beschikbaarheidsvergoeding en wat dit betekent voor de financiële resultaten van het OV-Bureau. Eind van 2021 wordt een actueel beeld gebruikt om zo nodig de Begroting 2022 van het OV-Bureau te actualiseren.

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV

Deelprogramma 1.3:

Wonen

Omschrijving

WarmteStad heeft op dit moment 2 typen activiteiten:

  • Het ontwikkelen en exploiteren van het warmtenet Noordwest;
  • Het ontwikkelen en exploiteren van collectieve Warmte en Koude-opslagsystemen.

Via Warmtestad investeert de gemeente in warmteprojecten gericht op een CO2 neutrale stad in 2035. WarmteStad heeft aandacht voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Voor de resterende risico’s voor de gemeente is het weerstandsvermogen versterkt.
1. Warmtenet Noordwest
Voor de Investering geothermie en warmtenet Noordwest is op 8 juni 2016 het weerstandsvermogen versterkt met 1,3 miljoen euro. Dit is 18% van het toen, in de vorm van agio, geïnvesteerde bedrag van 7 miljoen euro. Met het besluit om geothermie niet meer te ontwikkelen is een verliesvoorziening gevormd van 3 miljoen euro. Hiermee kon het benodigde weerstandsvermogen worden verlaagd met 580 duizend euro (18 % van 3 miljoen euro) tot 720 duizend euro.
In april 2018 is WarmteStad een overbruggingskrediet verstrekt van 1,3 miljoen euro ten behoeve van Tijdelijke Warmte Opwek. Het risicoprofiel is daarbij gesteld op 8% van het uitgeleende bedrag en 104 duizend euro weerstandsvermogen gevormd. Op 31 oktober 2018 is besloten om WarmteStad een overbruggingskrediet te verstrekken van 3 miljoen euro voor de eerste uitbreiding van het warmtenet met een bijbehorend weerstandsvermogen van 8 %, een bedrag van 240 duizend euro. Op 26 juni 2019 heeft de raad naar aanleiding van het raadsvoorstel Vervolg definitief investeringsvoorstel Warmtenet Noordwest de integrale Business Case en het Project- en investeringsvoorstel voor warmtenet Noordwest vastgesteld. Tevens is toen besloten de verstrekte overbruggingskredieten van in totaal 4,3 miljoen euro om te zetten in agio. Dit is geëffectueerd in december 2019. Op basis van de vastgestelde Business Case is externe bankfinanciering verkregen. De huidige financiële stand van zaken is dat er aanloopverliezen zijn, maar dat die vooralsnog binnen de risicobuffers en bestaande voorwaarden van de bankfinanciering kunnen worden opgevangen en dat er geen aanvullende financiering nodig is. Wel zijn er diverse maatregelen genomen om de aanloopverliezen te beperken en de voorspelbaarheid van de financiële resultaten te verbeteren. Het college heeft de raad hierover op 26 februari 2020 geïnformeerd door middel van de brief Stand van zaken financiën Warmtestad 2019 en 2020.
Huidig risicoprofiel WarmteStad Noordwest BV.
Aanvankelijk is het risicoprofiel gesteld op 14%. In het kader van het vaststellen van de business case in 2019 zijn alle risico’s opnieuw in beeld gebracht en is geconcludeerd dat de omzetting van de kredieten in eigen vermogen niet van invloed was op het risicoprofiel. Het totale weerstandsvermogen voor Warmtenet Noordwest kan worden gehandhaafd op 1,064 miljoen euro.
2. WKO-programma en risicoprofiel WarmteStad werkt stap voor stap het WKO programma uit. Op 19 februari 2015 is 750 duizend euro rekening-courant ter beschikking gesteld voor WKO Europapark. Risicoprofiel rekening-courant WKO is 8%, een bedrag van 60 duizend (er is een bestemmingsreserve gevormd van 57 duizend euro). Voor het  financieel meerjarenplan (FMJP) 2017-2021 heeft de  gemeente besloten 3,875 miljoen euro aan leningen te verstrekken. Op 31 mei 2017 is 2 miljoen euro voor jaarschijf 2017 ter beschikking gesteld. Het WKO-programma draait op een bewezen techniek en al bestaande bronnen. Het risicoprofiel is 8%, een bedrag van 160 duizend euro. In september 2018 is de resterende 1,875 miljoen euro (2018 – 2021) beschikbaar gesteld.  Het weerstandsvermogen is 150 duizend euro (8%). Van het resterende bedrag van 1,875 miljoen is inmiddels, in 2019, 0,5 miljoen euro uitbetaald. Het totale weerstandsvermogen voor het WKO-programma kan worden gehandhaafd op 370 duizend euro. 

Risicobedrag 2022

1,434 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

1,434 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

1,434 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

1,434 miljoen euro

Kans 2025

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Risico's bodemsanering

Deelprogramma 2.1:

Kwaliteit Leefomgeving

Omschrijving

In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties) gesaneerd of beheerst zijn. Daarnaast is afgesproken dat bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn in 2020.

In de gemeente zijn vanaf 2018 alle spoedlocaties beheerst (saneringen/of monitoring loopt) of gesaneerd. Een aantal spoedlocaties waar de sanering nog loopt zijn niet in eigendom van de gemeente. Wanneer een derde om welke reden dan ook de verantwoordelijkheid van de sanering niet kan nakomen, is de gemeente als bevoegd gezag verplicht een lopende spoedsanering tot een goed einde te brengen
Tijdens de beoordeling of een mogelijk verontreinigde locatie een spoedlocatie is voor 2018, maar ook na de herindeling is gebruik gemaakt van de landelijke richtlijnen. Bij een beperkt aantal locaties (met name benzine service stations) is de beoordeling gebaseerd op zeer beperkte info. Mocht hier wel iets aan de hand zijn dan is het mogelijk dat we als gemeente aanvullend risico-onderzoek en eventuele risico-maatregelen moeten treffen. In het gebied met zandgrond en waterwinning (Haren e.o.) zou er sneller sprake kunnen zijn van een risico door een bodemverontreiniging. Een actuele inschatting gaat uit van een risico van 900 duizend euro en een kans van 50%. Het gaat om een structureel risico.

Los van de spoedlocaties kunnen zich nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen, onrust omwonende en randvoorwaarden bodem). In het geval deze situaties zich aandienen moeten we middelen beschikbaar stellen voor aanvullend (risico) onderzoek, eventuele tijdelijke beheermaatregelen en op iets langere termijn voor een definitieve oplossing. De voormalige vuilstort Woltersum is hier een voorbeeld van (locatie is in 2021 gesaneerd). Voor het bepalen van het risico houden we rekening met kosten voor onderzoek en beheersmaatregelen. Uitgaande van drie gevallen per jaar schatten we het risico in op 500 duizend euro met een kans van 75%. Het gaat om een structureel risico. Tot slot is er een risico op onze apparaatskosten voor wettelijke taken voortkomend uit Wet bodembescherming/Omgevingswet. Het Convenant Bodem en Ondergrond 2015-2020 is inmiddels afgelopen. Voor 2021 zijn afspraken gemaakt met het rijk. De decentrale uitkering die de gemeente Groningen ontvangt is 482 duizend euro. Dat is lager dan de benodigde 700 duizend euro. De verwachting is niet dat dit bedrag door het Rijk nog wordt aangevuld. Voor 2022 en verder zijn de rijksbijdragen nog niet bekendgemaakt. Afspraken daarover worden pas eind 2021 verwacht. Daarom nemen we voorzichtigheidshalve voor 2022 en verder een structureel risico van 700 duizend euro op met een kans van 25%. Zodra er zekerheid is over het nieuwe convenant kan dit deel van het risico vervallen.  

Risicobedrag 2022

2,1 miljoen euro structureel

Kans 2022

Diverse kansen

Risicobedrag 2023

2,1 miljoen euro structureel

Kans 2023

Diverse kansen

Risicobedrag 2024

2,1 miljoen euro structureel

Kans 2024

Diverse kansen

Risicobedrag 2025

2,1 miljoen euro structureel

Kans 2025

Diverse kansen

Structureel/Incidenteel

structureel en incidenteel

1e signaleringsmoment

2001

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Bezwaarprocedures

Deelprogramma 2.1:

Kwaliteit leefomgeving

Omschrijving

Woningcorporatie Wierden en Borgen (Ten Boer) heeft bezwaar ingediend tegen de aanslag rioolheffing 2014 en volgende jaren. Het bezwaar richt zich met name op de stellingname van Wierden en Borgen dat de gemeente ten onrechte bepaalde objecten niet aanslaat. Daarnaast richt het bezwaar zich tegen de onderbouwing van de door te berekenen kosten naar het aanslagbedrag. Alle gemeenten waar onroerend goed staat van Wierden en Borgen hebben een gelijksoortig bezwaar gekregen. De rechtbank heeft op 10 maart 2020 Wierden en Borgen in het gelijk gesteld. We zijn in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak. We hebben namelijk een nadere onderbouwing kunnen opstellen waaruit blijkt waarom bepaalde objecten niet zijn aangeslagen. Gesprekken met Wierden en Borgen hebben niet geleid tot een oplossing zodat we nu in het formele traject zitten. Een inschatting van de omvang van het risico is niet te maken. Het risico staat daarom op p.m. Op 28 april 2021 heeft het gerechtshof Arnhem Leeuwarden het hoger beroep van de gemeente Groningen gegrond verklaard. Woningcorporatie Wierden en Borgen heeft beroep ingesteld (cassatie) bij de Hoge Raad.

Risicobedrag 2022

p.m.

Kans 2022

Risicobedrag 2023

p.m.

Kans 2023

Risicobedrag 2024

p.m.

Het Kans 2024

Risicobedrag 2025

p.m.

Het Kans 2025

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2008

Actie

We reageren op het beroepschrift in cassatie en wachten de uitspraak af.

Naam risico  

Geen middelen in de voorziening Afvalstoffenheffing

Deelprogramma 2.1:

Kwaliteit Leefomgeving

Omschrijving

Het saldo van de voorziening afvalstoffenheffing is per 1 januari 2021 nul. In 2020 is een groot tekort ontstaan in de exploitatie van het onderdeel afvalstoffenheffing. Omdat het afvalbeleid nog niet geharmoniseerd was, konden we de tarieven niet indexeren. Daardoor is er 2 miljoen onttrokken aan de voorziening Afvalstoffenheffing. in september 2021 is de prognose dat de exploitatie afval 2021 vrijwel neutraal verloopt. De verwachting is dat daardoor het saldo van de voorziening afvalstoffenheffing op 1 januari 2022 nul is. We hebben daardoor geen middelen meer in de voorziening om eventuele negatieve afwijkingen in de bedrijfsvoering 2022 op te kunnen vangen. Het tarief 2022 is immers 100% kostendekkend geraamd. Gezien de financiële omvang van 37,4 miljoen euro is een afwijking van circa 750 duizend euro reëel (2%).

Risicobedrag 2022

 750 duizend euro

Kans 2022

 50%

Risicobedrag 2023

Kans 2023

Risicobedrag 2024

Kans 2024

Risicobedrag 2025

Kans 2025

Structureel/Incidenteel

incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2021

Actie

We sturen strak op de uitgaven

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Deelprogramma 3.1

Werk en Inkomen

Omschrijving

In het financieel perspectief begroting 2022 is met onderstaande tekorten rekening gehouden. Dit wijkt positief af ten opzichte van het huidige perspectief.

BUIG

2022

2023

2024

2025

Financieel perspectief

-13.600

-13.330

-12.770

-12.230

Verbetering

296

972

1.934

2.436

We hebben de volgende uitgangspunten bij deze berekening gehanteerd:

  • Het Rijk stelt in de gehele periode macro voldoende budget beschikbaar;
  • Het uitgavenaandeel neemt in 2021 en 2022 licht af als gevolg van de relatief gunstige ontwikkeling van de bijstand vanaf de tweede helft van 2020;
  • In de periode 2022-2025 wordt een werkprogramma 2.0 uitgevoerd dat leidt tot een opbrengst van 2,2 miljoen euro structureel vanaf 2025;
  • In de gehele periode zijn er tekorten tussen 7,5 en 12,5% van het budget die worden gecompenseerd door middel van een vangnetuitkering

Om het risico op een tekort in te schatten, hebben we drie dingen gedaan. In de eerste plaats hebben we de macrobudgetten vanaf 2022 bijgesteld:

  • de werkelijke bijstelling van het nader voorlopig budget 2021 ten opzichte van het voorlopig budget is verwerkt;
  • er zijn prognoses gemaakt van een neerwaartse bijstelling van het definitieve budget als gevolg van de gewijzigde conjunctuur en de compensatie voor loon- en prijsontwikkeling;
  • het negatieve herverdeeleffect als gevolg van de gewijzigde financiering van loonkostensubsidies is verwerkt.

Deze actualisatie leidt niet tot een wijziging in het financieel perspectief doordat het voordeel dat ontstaat door bijstelling van de budgetten nodig is om het negatieve herverdeeleffect als gevolg van de gewijzigde financiering van LKS af te dekken.
Vervolgens hebben we een tweetal risico’s geïnventariseerd:

  1. De uitvoering van het werkprogramma leidt niet tot een verlaging van de uitgaven;
  2. Het aandeel in de macro-uitgaven 2022 ten opzichte van het uitgavenaandeel 2021 neemt niet af.

NB. De veronderstelde daling van het uitgavenaandeel in 2021 ten opzichte van 2020 is niet als risico aangemerkt omdat in 2021 het aantal uitkeringen in Groningen zich gunstiger ontwikkelt dan landelijk.
Wanneer beide risico’s zich voordoen, verslechtert het financieel perspectief in 2022 en 2023 met 1,5 miljoen, oplopend naar 1,7 in 2024 en 2,0 miljoen in 2025.

Risicobedrag 2022

1,5 miljoen

Kans 2022

25%

Risicobedrag 2023

1,5 miljoen

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

1,7 miljoen

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

2,0 miljoen

Kans 2025

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

VGR 2014-2 en Begroting 2015

Actie

Optimaliseren van de sturing op uitvoering van het werkprogramma

Naam risico  

Sociaal domein

Deelprogramma 3.3

Welzijn gezondheid en zorg

Omschrijving

Met de decentralisatie in 2015 hebben gemeenten een grote verantwoordelijkheden gekregen. Het Rijk De bijbehorende budgetten die over zijn gegaan naar gemeenten schieten echter tekort. De zorgkosten budgetten staan onder druk en daarom zijn op begroting- en rekeningbasis tekorten vaak aangevuld.

In het risico sociaal domein houden we rekening met een volume risico op zorggebruik (zorggebruik groeit harder dan verwacht) en een aantal specifieke risico's.
Er is sprake van een volume-risico op zorggebruik WMO/jeugd omdat onzeker is hoeveel mensen zorg nodig hebben. We bepalen de omvang van het risico op basis van een aantal groeiscenario’s (5%, 7,5% en 10%).

Naast het volume-risico houden we rekening met een aantal specifieke risico's. Deze hebben vooral betrekking op (transformatie) maatregelen die moeten leiden tot een besparing op de zorgkosten door een verschuiving van dure naar goedkopere zorg. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren wordt gemonitord en waar nodig zal bijgestuurd worden. Naast transformatie risico's houden we ook rekening met een risico dat door corona er extra zorg verleend moet worden en dat invoering van het nieuwe verdeelmodel bij de integratie uitkering voor beschermd wonen (die we ontvangen van het Rijk) tot een nadeel voor Groningen kan leiden.  

Voor alle specifieke risico's maken we een inschatting van de omvang van het risico en de kans van optreden. Omdat we in de systematiek van het risico sociaal domein al rekening houden met de kans van optreden nemen we de uitkomst van het risico volledig (kans van optreden 100%) mee bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2022

13,3 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

15,7 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

16,8 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

17,5 miljoen euro

Kans 2025

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

1 maart 2014

Actie

Wij hebben de laatste jaren maatregelen genomen om te zorgen dat de zorgkosten beter in control komen. Hierbij hebben we nadrukkelijk een koppeling gelegd tussen beleid, uitvoering en geld.
Ter beheersing van deze problematiek streven wij er naar om door transformatie minder in te hoeven zetten op zwaardere zorg door te investeren in preventie aan de voorkant, de ontwikkeling van (basis) voorzieningen dichtbij, door burgerkracht en door stimuleren van zelf- en samenredzaamheid. Deze op transformatie gerichte beweging is onder meer in gang gezet door een gerichte opdrachtverlening aan Stichting WIJ Groningen, door het in werking stellen van het Gebieds Ondersteunend Netwerk (GON) en een verdere decentralisering van Beschermd Wonen. Meer recent ingezette ontwikkelingen zijn onder andere de aanpak voor multi probleemgezinnen waar spraken is van stapeling van door gemeente verstrekte voorzieningen én de inzet op Ondersteuner Jeugd en Gezin.
In al deze verbeterslagen lopen inhoudelijke ambities en financiële doelstellingen samen op. Omdat er nog kansen bleven liggen als gevolg van gebrek aan ambtelijke capaciteit is hier ook in geïnvesteerd. Extra capaciteit was nodig om ontwikkelingen in kaart te brengen, te volgen en concreet om te zetten in zinvolle interventies en maatregelen samen met partners zoals bijvoorbeeld zorgpartijen , de zorgverzekeraar en de RIGG. Ontwikkeling van informatievoorziening maakt hier ook onderdeel vanuit. Dit alles met als doel beter in control te komen op het sociaal domein. De komende jaren vinden er op de meeste trajecten nieuwe aanbestedingen plaats. Hierbij kijken we ook naar de mogelijkheden voor beheersing van de kosten. 

Naam risico  

Huisvesting LVV doelgroep

Deelprogramma 3.3

Welzijn, gezondheid en zorg

Omschrijving

De gemeente Groningen fungeert als opdracht- en subsidiegever voor de opvang en begeleiding van vreemdelingen zonder recht op opvang of verblijf. De doelgroep werd gehuisvest in het voormalig formule 1 hotel. Deze huisvesting is echter niet langer beschikbaar omdat het pand niet meer aan de brandveiligheidseisen voldoet.
We hebben de opdrachtnemer van de LVV, stichting Inlia Groningen, toestemming gegeven tot het huren van tijdelijke unitbouw voor deze doelgroep voor een periode van vijf jaar. De pilot van LVV eindigt echter op 1 april 2022. Er is een verlening van het convenant toegezegd tot 1 juli 2021. Het beleid van het Rijk inclusief de financiële bijdrage van het Rijk is na deze datum nog niet bekend. De LVV gemeenten en de VNG overleggen met het Ministerie van justitie en veiligheid over de besluitvorming na de pilotperiode.
Bij het stopzetten van de pilot door het Rijk, staat de gemeente voor het risico. Het risico bestaat uit een aantal onderdelen:

  • Een hogere huurbetaling door een kortere looptijd (535 duizend euro);
  • Doorlopen huurperiode bij stopzetten pilot na 1 juli (700 duizend euro);
  • Versneld afbetalen investeringskosten (1,5 miljoen euro);
  • Verwijderingskosten tijdelijke huisvesting (315 duizend euro).

Daarnaast is er nog geen duidelijkheid over de Europese subsidie voor 2022 van 390 duizend euro. Het Rijk wil nog niet garant staan voor dit bedrag, daarom nemen we het mee in het risico. Het totale risicobedrag komt daarmee op 3,4 miljoen euro.
Bij het bepalen van het risico in de rekening 2020 hielden we nog rekening met de ruimte in het budget voor de pilot LVV. Dit verlaagde het risico met 163 duizend euro. Omdat we nog geen volledig zicht hebben op de huisvesting- en exploitatiekosten in 2022 houden we hier geen rekening meer mee.
De kans van optreden schatten we in op 25%. We verwachten dat het Rijk een vervolg zal geven aan de pilot. Daarnaast kan het risico worden beperkt door alternatieve huur in de units toe te staan als de LVV eerder stopt.

Risicobedrag 2022

3,4 miljoen euro

Kans 2022

25%

Risicobedrag 2023

0

Kans 2023

0

Risicobedrag 2024

0

Kans 2024

0

Risicobedrag 2025

0

Kans 2025

0

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

rekening 2020

Actie

Overleg met het Rijk over het vervolg na de pilot. Daarnaast kan het risico worden beperkt door alternatieve huur in de units toe te staan als de LVV eerder stopt.

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappijen (SPOT en Sport050) en Zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer)

Deelprogramma 2.1 en 3.4:

Kwaliteit Leefomgeving /Sport en Bewegen/ Cultuur

Omschrijving

We houden rekening met een risico bij de werkmaatschappijen Oosterpoort/ Stadsschouwburg (SPOT) en Sport050 en bij de zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer). Een deel van de inkomsten van de directie SPOT is afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 9,6 miljoen euro voor SPOT.
Sport050 kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van circa 10% van de tarief-gerelateerde omzet. Die verwachte omzet is circa 7,6 miljoen euro.
De inkomsten zakelijke dienstverlening (bedrijfsafval, klein gevaarlijk afval, commerciële straatreiniging en onderhoud en reparaties derden , verkoop brandstof en leasen) zijn deels afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 12,2 miljoen euro. Het risico voor de beide werkmaatschappijen en de zakelijke dienstverlening samen is 2,9 miljoen euro. We houden rekening met een kans van 25%.

Risicobedrag 2022

2,9 miljoen euro

Kans 2022

25%

Risicobedrag 2023

2,9 miljoen euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

2,9 miljoen euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

2,9 miljoen euro

Kans 2025

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Naam risico  

Specifieke uitkering stimulering Sport BTW (SPUK BTW)

Deelprogramma 3.4:

Sport en bewegen

Omschrijving

Om sport en beweging te stimuleren konden gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die aan hen in rekening werd gebracht in aftrek brengen. Dit recht op aftrek is met ingang van 1 januari 2019 vervallen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten daarom jaarlijks een uitkering aanvragen ter compensatie van het btw-nadeel.
Gemeenten hebben in 2021 een voorschot van circa 77% van de aanvraag uitgekeerd gekregen omdat het budget iets is bijgesteld (naar beneden). De definitieve afrekening volgt pas eind 2022. Voor de Gemeente Groningen is er op basis van de huidige verhouding (aanvragen versus budget) een nadeel van circa 0,7 miljoen euro (onze aanvraag was circa 3,1 miljoen euro). Een deel van dit nadeel leidt tot hogere investeringslasten (circa 30%) en daarmee tot een nadeel in de toekomst, het resterende deel leidt tot een direct nadeel in de gemeentelijke begroting (490 duizend euro).
De kans bestaat dat er door de gemeenten wordt overvraagd en dat de werkelijke verdeling na indienen van de jaarrekeningcijfers anders uitpakt. Voor 2019 was de declaratie Groningen uiteindelijk lager en is geheel gehonoreerd. Het risico heeft zich in 2019 dus niet echt voorgedaan.  We houden rekening met een kans van 25%. Na de afrekening 2020 kan dat wellicht worden bijgesteld. Het is nog lastig in te schatten of het structureel is. Vooralsnog gaan we uit van incidenteel.

Risicobedrag 2022

490 duizend euro

Kans 2022

25%

Risicobedrag 2023

490 duizend euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

490 duizend euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

490 duizend euro

Kans 2025

25%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2020

Actie

We hebben de financiële gevolgen van de wijziging aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Deelprogramma 3.5

Cultuur

Omschrijving

Forum Groninger is eind 2019 geopend. Voor de exploitatietekorten en aanloopkosten in de eerste 5 jaar (2020-2024) is een bedrag van 3,3 miljoen beschikbaar. Na de periode van 5 jaar verwachten we dat Forum Groningen goed zicht heeft op de structurele exploitatie met voldoende mogelijkheden om zelf (bij) te kunnen sturen. In 2020 is een bedrag van 590 duizend euro aan deze reserve onttrokken. 300 duizend euro voor de cofinanciering van de coronaondersteuning van het Filmfonds en 290 duizend euro voor het exploitatietekort over 2020. Voor 2021 heeft Forum Groningen een bedrag van 400 duizend euro als bijdrage uit deze reserve begroot. Eind 2021 resteert er dan nog een reserve van 2,3 miljoen.
Indien de corona beperkingen zich niet op grote schaal voorzetten in 2022 dan is de verwachting dat Forum Groningen maar in beperkte mate een beroep hoeft te doen op deze reserve. Door de toetreding van Storyworld en de expositieruimte tot de Museumjaarkaart is in de afgelopen zomer het bezoekersaantal aan de exposities sterk toegenomen. Pre corona lieten de bezoekersaantallen van de bioscoop al zien dat daar een sterk groei mogelijk is. Gebouwtechnisch zijn de meeste kinderziekten in kaart gebracht en worden er geen overschrijdingen meer verwacht.

2020 en 2021 zijn door de COVID-19 beperkingen geen representatieve jaren voor de exploitatie van het Forum. Mogelijk is het wenselijk om de termijn van de inzet van de reserve te verlengen om goed zicht te krijgen op een reguliere exploitatie.  Mocht dit noodzakelijk zijn dan zal hierover in de jaarlijkse update over het Forum een voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd worden. De verwachting is dat de eventuele kosten hiervan binnen de bestaande reserves gedekt kunnen worden.

Risicobedrag 2022

PM

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

PM

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

PM

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

N.v.t.

Kans 2025

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Rekening 2014

Actie

Door middel van voortgangsgesprekken en rapportages wordt de realisatie van de exploitatie gevolgd.

Naam risico  

Verstrekte leningen en garanties

Deelprogramma:

Divers

Omschrijving

In het treasurystatuut staat dat de verstrekking van leningen of garanties aan derden alleen is toegestaan vanuit de publieke taak. Het verstrekken van een lening of het afgeven van een garantie leidt voor de gemeente tot een risico dat de derde niet aan de verplichtingen kan voldoen. Gemiddeld genomen houden we rekening met een risico van 8% van de omvang van de lening/ garantie. Per geval wordt het risico afzonderlijk beoordeeld en gewaardeerd.
In dit risico zijn alle verstrekte leningen en garanties opgenomen, met uitzondering van de leningen verstrekt aan Warmtestad. Het risico daarvan is meegenomen in het risico Gemeentelijk aandeel Warmtestad.

Leningen Euroborg
De Euroborg NV heeft één huurder voor haar stadion, waardoor het risico bestaat dat de Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen. De omvang van het risico is gebaseerd op de omvang van de lening van de gemeente aan Euroborg NV vermindert met de taxatiewaarde. In verband met de coronacrisis is in 2020 953 duizend euro geleend ter financiering van de opgeschorte rente- en aflossingsverplichting 2020 van Euroborg NV. Eind 2021 zal het risico van de stadionleningen naar verwachting 7 miljoen euro bedragen. Rekening houdend met een kans van 25% komt het risico op 1,7 miljoen euro.

We hebben een lening verstrekt aan de NV Euroborg voor het realiseren van het Topsportzorg centrum (TsZC). Bij het realisatiebesluit TsZC hebben we aangegeven dat deze lening niet leidt tot een noodzaak het gemeentelijk weerstandsvermogen aan te vullen. De omvang van de lening is niet hoger dan de executiewaarde (=70% van de investeringssom). Uit het meest recent gedeelde kasstroom overzicht van Euroborg NV, blijkt dat de lening voor het TsZC naar verwachting binnen enkele jaren afgelost kan zijn. Gezien de courantheid van het gebouw en de langjarige huurcontracten met onder andere VNO-NCW/MKB-Noord, geven ook de actuele ontwikkelingen geen aanleiding om voor deze lening weerstandsvermogen aan te houden.

Lening Enexis
In 2020 is een converteerbare hybride lening verstrekt aan Enexis van 6,0 miljoen euro. Zoals aangegeven in de brief aan uw raad van 20 mei 2020, zijn wij in verband met het gunstige risicoprofiel van Enexis (een triple A-nutsbedrijf) uitgegaan van een relatief lage reservering in het weerstandsvermogen van 2,5 % van het leningbedrag, oftewel 150 duizend euro.

Lening Stichting Ebbingehof
Om de realisatie van sociale huurwoningen in het complex Ebbingehof mogelijk te maken heeft de gemeente in 2020 een lening van 3 miljoen euro verstrekt aan Stichting Ebbingehof. In verband met het relatief lage projectrisico zijn we uitgegaan van een reservering in het weerstandsvermogen van 4 % van het leningbedrag, een bedrag van 120 duizend euro. Dit is nader toegelicht in onze brief aan uw raad van 4 maart 2020.

Verstrekte garantie en leningen voormalige gemeente Haren
De gemeente heeft in het verleden een garantie afgegeven op een door de gemeente overgedragen leningen portefeuille met een verwachte stand per einde 2021 van circa 2,1 miljoen euro. Daarnaast heeft de gemeente nog twee geldleningen uitstaan met een verwacht restantbedrag van 0,7 miljoen euro per einde 2021. Bij het bepalen van het risico houden we rekening met een kans van optreden van 10%. Het risico komt hiermee op 0,3 miljoen euro.

Verstrekte garantie Biblionet
De gemeente heeft een garantie verstrekt aan de Stichting Biblionet. Voor het bepalen van de omvang van het risico houden we rekening met de omvang van de verstrekte garantie van 855 duizend euro en een kans van 25%. Het risico komt hiermee op 0,2 miljoen euro.

De omvang van het (maximale) risico gerelateerd aan genoemde leningen en garanties waarvoor we weerstandsvermogen aanhouden bedraagt aan het einde van 2021 naar verwachting 19,2 miljoen euro. Rekening houdend met de kans van optreden houden we rekening met een risico in 2022 van 2,5 miljoen euro. Door aflossingen neemt dit in de jaren daarna met circa 0,1 miljoen euro per jaar af.

Risicobedrag 2022

2,5 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

2,4 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

2,3 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

2,2 miljoen euro

Kans 2025

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

jaarrekening 2006

Actie

Met het aflossen van de leningen, loopt het risico jaarlijks terug.
Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV. Daarnaast houden we toezicht op de financiële situatie bij de huurder van het stadion (FC Groningen). Hiertoe bespreken we de stand van zaken regelmatig met de directie van FC Groningen. Voor alle uitgezette leningen en afgegeven garanties bewaken de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Dit doen we bijvoorbeeld door checks op hun financiële kengetallen.

Naam risico  

Opgaven Vastgoedbedrijf

Deelprogramma:

Diverse

Omschrijving

Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen heeft een gemiddelde leeftijd van meer dan 40 jaren. De leeftijd van de vastgoedvoorraad brengt voor de toekomst forse vernieuwing- en moderniseringsopgaven met zich mee. Dit vraagt heldere koersbepaling op programmaniveau. Van een aantal programma’s is de koers al bepaald, dan wel wordt dit voorbereid. Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs is hiervan een voorbeeld en het Integraal Accommodatieplan Bewegingsonderwijs en Binnensport wordt voorbereid. Andere plannen waaraan gewerkt zijn bijvoorbeeld het Accommodatieplan (DMO) en een Strategische huisvestingsvisie (SSC/FSH). De projectmatige uitvoering van nieuw- en verbouw is belegd bij het Vastgoedbedrijf.

De genoemde vernieuwing- en moderniseringsopgaven zijn gelet op de gebouwleeftijd, de dynamiek van de achterliggende (beleids-)programma’s en veranderende gebruikers(wensen) noodzakelijk en leiden tot forse financiële opgaven voor de toekomst. Voor vernieuwing en modernisering is niet structureel gespaard binnen de gemeente. De gereserveerde middelen voor beheer en onderhoud zijn gericht op instandhouding en beheer en onderhoud ‘as is’, uitgaande van het meest kosten efficiënte onderhoudsniveau (NEN niveau 3). Veroudering van de voorraad leidt tot toenemende kosten van instandhouding.

Met de oprichting van het Vastgoedbedrijf is ingezet op professionalisering van de omgang met het maatschappelijk vastgoed. Onderdeel hiervan is dat de voorraad stapsgewijs wordt getoetst op conformiteit aan wettelijke eisen. In 2020 is het asbestonderzoek afgerond en zijn waar nodig maatregelen genomen. Tevens is in 2020 onderzoek verricht naar benodigde energielabels en is uitvoering ter hand genomen. In 2020 is ook gestart met brandveiligheidsonderzoek en beoogd wordt -bij positieve besluitvorming door de raad - in 2021 te starten met de uitvoering van maatregelen om het brandveilig gebruik van gemeentelijke gebouwen te borgen.

Ook worden de meerjarenonderhoudsplannen nader gescand en verfijnd op volledigheid en kwaliteit. Dergelijke onderzoeken geven invulling aan eigenaarsverantwoordelijkheid en vormen de basis voor risicobeheersing en voorspelbaarheid van (toekomstige) keuzes en bijbehorende financiële opgaven. De meerjarenonderhoudsplannen hebben daarbij een directe relatie met de lange termijn keuzes op programmaniveau en de hieruit af te leiden pand strategieën

Ook de impact en omvang van de verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed tekent zich steeds helderder af. De in 2020 verschenen Landelijke Routekaarten onderstrepen de omvang van de opgave zowel uitvoeringstechnisch als financieel. Beoogd wordt in 2021 de verduurzamingsstrategie voor het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen vorm te geven via een (wettelijk verplichte) routekaart. De opgave is complex en vraagt nauwkeurige afweging in relatie tot de vernieuwing- en moderniseringsopgaven op programmaniveau.  
De benoemde ontwikkeling zullen in 2021/2020 nader worden verwerkt in een meerjarenperspectief voor het vastgoedbedrijf, waardoor de gemeenteraad systematisch inzicht krijgt in de risico's, opgaven en keuzes rondom de vastgoedvoorraad. Hierin wordt ook de systematiek van de kostprijs-dekkende huur meegenomen.

Risicobedrag 2022

Kans 2022

pm

Risicobedrag 2023

Kans 2023

pm

Risicobedrag 2024

Kans 2024

pm

Risicobedrag 2025

Kans 2025

pm

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

Actie

Naam risico  

Effecten coronavirus

Deelprogramma

Alle deelprogramma's

Toelichting

De corona pandemie had en heeft een grote impact op de gemeentelijke financiën in 2020 en 2021. Wat het effect is op de begroting 2022 is lastig aan te geven. De economie herstelt zich snel nu het aantal besmettingen afneemt en de vaccinatiegraad toeneemt. De verwachte economische groeit in 2021 en 2022 is ruim 3% per jaar. De verwachte werkloosheid blijft in 2022 beperkt tot 4,1%, vrijwel gelijk aan het gemiddelde in 2017-2019, voor de crisis. Het bbp-niveau komt in 2025 naar verwachting weliswaar 1,5% lager uit dan voor de corona crisis werd voorzien, maar dat is gunstiger dan het negatieve effect van 3% waar eerder van werd uitgegaan. De permanente economische schade van de corona pandemie blijft dus naar verwachting beperkt. Dat blijkt uit de juni raming en de actualisatie van de middellange-termijnverkenning die het Centraal Planbureau op 22 juni heeft gepubliceerd. Het CBS ziet ook nog diverse onzekerheden.

  1. Corona: Nieuwe besmettingsgolven blijven mogelijk;
  2. Buitenland: Onduidelijkheid over inflatie, Europese begrotingsregels en economische relatie tussen EU en VK, China en VS;
  3. Meer consumptie: Positieve vooruitzichten kunnen leiden tot extra consumptie met een vliegwieleffect op de economie.

Indien er in 2022 wederom een besmettingsgolf komt dan is de kans aanwezig dat (grote) evenementen en de kermissen niet doorgaan. Dat heeft dan ook weer effect op de opbrengsten logiesbelasting. We kunnen nu niet inschatten wat bijvoorbeeld de effecten zijn van de corona pandemie op de sport inkomsten 2022. Van het Rijk hebben we in 2020 en in 2021 aanvullende middelen ontvangen om de effecten van de corona pandemie deels te kunnen opvangen. De verwachting is dat we in 2022 ook aanvullende middelen ontvangen als dat nodig is. Onderstaand geven we een inschatting van het risico voor de verschillende sectoren. Dit leidt tot een incidenteel risico van 3,2 miljoen. In dit risico is geen rekening gehouden met het effect van de corona pandemie op het risico voor de BUIG, het risico Parkeren en het risico bij de zorguitgaven. Die effecten zijn meegenomen in de afzonderlijke risico's omdat deze niet los gezien kunnen worden van het reguliere risico.

Sport

We houden rekening met een risico dat de verhuurinkomsten van de sportaccommodaties teruglopen. Dit heeft betrekking op onder andere de verhuur aan sportverenigingen (door minder leden), verhuur aan scholen en overige verhuurinkomsten. Daarnaast houden we rekening met een verlaging van les- en cursusgelden en entreegelden bij de zwembaden en de ijsbaan. Het totale risico voor de inkomsten hebben we berekend op 2,6 miljoen euro. Voor een deel rekenen we op compensatie van het Rijk (1,4 miljoen euro). Daarmee komt het risico voor de gemeente op 1,2 miljoen euro

Cultuur

In het geval de 1,5 meter maatregelen in 2022 deels van kracht blijven zijn alle cultuur evenementen verliesgevend. Dit leidt tot lagere inkomsten  lager terwijl de kosten wel gemaakt worden of toenemen. Voor het bepalen van het risico houden we rekening met minder inkomsten van 2 miljoen euro. We verwachten dat we voor een deel gecompenseerd worden voor dit tekort. We houden daarom rekening met een risico van 1 miljoen euro.

Werk en inkomen

De corona pandemie leidt tot een toename van de werkeloosheid. Voor de gemeente leidt dit tot op veel fronten tot hogere lasten (zoals meer uitkeringen, meer begeleidingskosten om mensen aan het werk te helpen, hoger kosten schuldhulpverlening). Het effect van corona op het aantal te verstrekken uitkeringen kan niet los worden gezien van het reguliere risico (risico BUIG). Daarom nemen we dit effect mee in het reguliere risico BUIG.

Inkomsten

Als gevolg van de corona crisis lopen we een risico dat de gemeentelijke inkomsten zullen achterblijven ten opzichte van de begroting. In totaal 0,8 miljoen euro (afgerond). We houden bijvoorbeeld rekening met minder logies inkomsten van 260 duizend euro, lagere inkomsten Meikermis (250 duizend euro), leges vergunningaanvragen evenementen (160 duizend euro) en verhuurinkomsten evenemententerrein Stadspark 330 duizend euro)

Parkeren

Het risico op lagere parkeerinkomsten is meegenomen bij het risico parkeren.

Risicobedrag 2022

3,2 miljoen euro

Kans 2022

50%

Risicobedrag 2023

Kans 2023

Risicobedrag 2024

Kans 2024

Risicobedrag 2025

Kans 2025

Structureel/Incidenteel

incidenteel

1e signaleringsmoment

rekening 2019

Actie

Naam risico  

Niet halen bezuinigingen

Deelprogramma

Alle deelprogramma's

Omschrijving

Bij voorgaande en de huidige begroting zijn bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. Niet alle voorgenomen bezuinigingen worden volledig en/of in het gewenste tempo gerealiseerd. We hebben elke nog niet gerealiseerde bezuinigingsmaatregel en nog te realiseren bezuinigingsmaatregel beoordeeld. Dit leidt tot een incidenteel risico van 7,4 miljoen euro in 2022 aflopend tot 6,4 miljoen euro in 2025 en een structureel risico van 2,7 miljoen euro in 2022 oplopend tot 4,2 miljoen euro in 2025. Bij het bepalen van het risico is per maatregel rekening gehouden met de kans van optreden. Voor de bepaling van het benodigd weerstandsvermogen wordt de uitkomst daarom volledig (=100%) meegenomen.

Risicobedrag 2022

7,4 miljoen euro incidenteel
2,7 miljoen euro structureel

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

7,8 miljoen euro incidenteel
2,7 miljoen euro structureel

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

6,4 miljoen euro incidenteel
2,7 miljoen euro structureel

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

6,4 miljoen euro incidenteel
4,2 miljoen euro structureel

Kans 2025

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel/structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Actie

We sturen actief op realisatie van de maatregelen

Naam risico  

Fiscale risico's

Deelprogramma

Alle deel programma's

Omschrijving

Vennootschapsbelasting (VPB).
Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig bij economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaalt. Van deze activiteiten zal de fiscale winst moeten worden bepaald.
De aangifte over het jaar 2016 is ingediend en de belastingdienst heeft daar inmiddels vragen over gesteld. Uit de vraagstelling van de belastingdienst -die overigens aan nagenoeg alle grote gemeenten zijn gesteld- blijkt dat de belastingdienst een onderneming herkent bij de volgende activiteiten: reclameopbrengsten,grondcomplexen en parkeeropbrengsten. Zodra duidelijker wordt hoe de belastingdienst oordeelt over de situatie in Groningen, kan het risico op VPB-plicht nog beter worden ingeschat.
De aangifte VPB 2018 is inmiddels ingediend. We verwachten als gemeente in totaliteit geen VPB te hoeven betalen in de eerste jaren. Het risico bestaat echter dat de Belastingdienst anders zal oordelen over de feiten. Het is derhalve wel van belang om dit risico te blijven volgen. Voor de berekening van het weerstandsvermogen is het risico op p.m. gezet.

Boekenonderzoek.
De belastingdienst controleert over het jaar 2018 de volledigheid en juistheid van de aangifte loonbelasting, omzetbelasting en opgaaf BTW-Compensatiefonds van de gemeente Groningen, inclusief Iederz. We verwachten dat de belastingdienst de uitkomsten van dat onderzoek zal gaan extrapoleren naar de jaren 2016, 2017 en 2019. Of dit gebeurt is nu nog onduidelijk en zal door ons technisch én op grond van jurisprudentie worden betwist.

Het boekenonderzoek raakt een aantal fiscaal kritische bedrijfsprocessen zoals: inhuur ZZP-ers, vergoedingen en verstrekkingen aan personeel en het gebruik van dienstauto’s. In de BTW-sfeer zijn veel vragen gesteld over dienstverlening aan en van de GGD, herontwikkeling openbaar gebied Zernikelaan en over het Groninger Forum.

Bijzonder onderdeel van het onderzoek is de controle naar de verloning van de uitkeringsadministratie door Inkomens Dienst Verlening (IDV). Impact beperkende omstandigheid daarbij is dat IDV handelt volgens de “Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen”. Impact vergrotende omstandigheid is dat er landelijk geen recente ervaring bekend is met een degelijk onderzoek van deze omvang. Niet bij de belastingdienst, maar ook niet bij gemeenten.
Het onderzoek bevindt zich in de fase van informatieverstrekking. Het aantal vragen tot nu toe (300), de behoefte aan gedetailleerde informatie van de belastingdienst en nog 80 te onderzoeken rittenadministraties maken dit een omvangrijke klus.
De interne informatievoorziening verloopt vlot en is van goede kwaliteit. Het financiële risico kan nog niet worden gekwantificeerd en zetten we derhalve op P.m.

Risicobedrag 2022

P.m.

Kans 2022

P.m.

Risicobedrag 2023

P.m.

Kans 2023

P.m.

Risicobedrag 2024

P.m.

Kans 2024

P.m.

Risicobedrag 2025

P.m.

Kans 2025

P.m.

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Divers

Actie

Naam risico  

Gemeentefonds

Deelprogramma 4.2:

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. Voor 2020 en 2021 is echter besloten om de ontwikkeling van het accres te bevriezen op de stand van de voorjaarsnota 2020 van het Rijk. De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2021. De omvang van het gemeentefonds bedraagt in 2022 ruim 33 miljard euro. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting.

De verdeling van de middelen in het gemeentefonds wordt herijkt. De laatste herziening van de financiële verhoudingen stamt uit 1997. Sindsdien is er veel veranderd in de opgaven voor gemeenten. Bijvoorbeeld de decentralisaties in het sociale domein en de toenemende regionale samenwerking op tal van terreinen. De herziening van de verdeling van de algemene uitkering is met behulp van de  onderzoeksbureaus AEF en Cebeon uitgevoerd. Op basis van de eerste voorlopige uitkomsten van de herziening bleek dat Groningse en Friese gemeenten er onevenredig op achteruit gaan. Er is toen besloten om met de Friese en Groninger gezamenlijk op te trekken om tot een eerlijkere verdeling te komen. De minister heeft naar aanleiding van reacties van gemeenten en de ROB vervolgens besloten het voorgestelde verdeelmodel nog eens nader te onderzoeken. In de zomervakantie is een aangepast verdeelvoorstel voor het gemeentefonds gepresenteerd. Hieruit blijkt voor veel noordelijke gemeentes een verbetering maar toch blijken er nog steeds een aantal noordelijke gemeenten er onevenredig op achteruit te gaan. Dit najaar worden de ROB en de VNG/gemeenten geconsulteerd over het nieuwe verdeelmodel. Uiteindelijk besluit een nieuw kabinet over de herziening van de verdeling van het gemeentefonds en dit zal op zijn vroegst vanaf 2023 van kracht worden

De werking van de normeringssystematiek 2015 – 2020 is geëvalueerd. De huidige systematiek (van trap-op-trap-af) is beoordeeld aan de hand van toetsingscriteria en worden er varianten uitgewerkt om de normeringssystematiek, op onderdelen, aan te passen. Er is geconcludeerd dat de normeringssystematiek goed werkt en daarom kan worden voortgezet. Uiteindelijk is het aan een nieuw kabinet om met de mede-overheden te besluiten over de te hanteren normeringssystematiek.

De omvang van het BTW-compensatiefonds (BCF) is aan een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds.  Het ministerie van BZK heeft in overleg met de VNG het standpunt ingenomen dat gemeenten zelf reëel dienen in te schatten welke verwachte ruimte onder het BCF plafond als verwachte bate kan worden opgenomen in de meerjarenraming.
Wij vinden het reëel om meerjarig een verwachte bate in de begroting op te nemen als gevolg van mogelijke ruimte onder het BCF plafond. Daarom wordt vanaf de begroting 2021 hiermee rekening gehouden. De onderuitputting is momenteel 2,8 miljoen euro per jaar.  Dat is de realisatie over 2020 die in de meicirculaire 2021 (192,6 miljoen euro) is opgenomen en dan het aandeel van de gemeente Groningen daarin (1,5%). Hiermee sluiten we aan bij de richtlijnen van de meicirculaire 2021 en de richtlijnen van de provincie Groningen.

Risicobedrag 2022

We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 28,8 miljoen euro (naar boven of naar beneden).

Kans 2022

We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifieke weerstandscapaciteit.

Risicobedrag 2023

Kans 2023

Risicobedrag 2024

Kans 2024

Risicobedrag 2025

Kans 2025

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.

Naam risico  

Renterisico

Programma 4.3:

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat.

Risicobedrag 2022

P.m.

Kans 2022

Risicobedrag 2023

P.m.

Kans 2023

Risicobedrag 2024

P.m.

Kans 2024

Risicobedrag 2025

P.m.

Kans 2025

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

De renteresultaten worden jaarlijks toegelicht en inzichtelijk gemaakt in de rekening. 

Naam risico  

Verzekeringen

Programma 4.4:

Algemene ondersteuning

Omschrijving

Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade, cybercrime, motorrijtuigen, computer en glas.

Risicobedrag 2022

P.m.

Kans 2022

Risicobedrag 2023

P.m.

Kans 2023

Risicobedrag 2024

P.m.

Kans 2024

Risicobedrag 2025

P.m.

Kans 2025

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2018

Actie

Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt.

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2022 17:06:48 met de export van 07/04/2022 16:28:23