Risico's
Naam risico | Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken/ grondexploitaties) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Deelprogramma 1.1 en 1.3 | Economie en werkgelegenheid en Wonen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omschrijving | Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc. Bij de Rekening 2019, Begroting 2021 en Rekening 2020 is het benodigd weerstandsvermogen vastgeklikt op 80 miljoen euro, die in 2019 (Rekening 2018/Begroting 2020) is bepaald. Het zicht op risico’s die samenhangen met de nog te starten gebiedsontwikkelingen was onvoldoende en daarom is zekerheidshalve ervoor gekozen de 80 miljoen euro als weerstandsvermogen te handhaven. Inmiddels zijn die gebiedsontwikkelingen verder uitgewerkt en kunnen ook de bijbehorende risico’s beter worden geduid. Die risico’s zijn meegenomen in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen.
Nadere toelichting
3a. Meerstad Noord Op dit deelgebied zit een aanzienlijke opbrengsttaakstelling. Op dit moment wordt gewerkt aan de uitwerking van plannen voor een zonnepark. Door deze planuitwerking neemt het risico dat de opbrengst niet geheel gerealiseerd gaat worden toe. In de Rekening 2019 kwam het risico Meerstad Noord uit op 11,3 miljoen euro. De actuele berekening komt uit op 26,1 miljoen euro. Een toename van het risico met 14,8 miljoen euro. Dit risico dekken we met gemeentelijk weerstandsvermogen af.
Met behulp van de risicoboxenmethode is het benodigde weerstandsvermogen voor het strategisch grondbezit berekend op 3,8 miljoen euro. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Risicobedrag 2022 | 51,5 miljoen euro | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kans 2022 | 100% | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Risicobedrag 2023 | 58,0 miljoen euro | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kans 2023 | 100% | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Risicobedrag 2024 | 58,9 miljoen euro | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kans 2024 | 100% | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Risicobedrag 2025 | 58,4 miljoen euro | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kans 2025 | 100% | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Structureel/Incidenteel | Incidenteel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1e signaleringsmoment | 2004 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Actie | Binnen de grondexploitatie wordt gestuurd op de beheersing van de risico’s. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk. |
Naam risico | Parkeerbedrijf |
---|---|
Deelprogramma 1.2 : | Mobiliteit |
Omschrijving | Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren. Bij de jaarrekening 2020 hebben wij voor 2021 het risico herijkt als gevolg van de corona-crisis. Het risico voorde jaarschijf 2021 neemt toe met 1,8 miljoen euro tot 4,5 miljoen euro. Voor de begroting 2022-2025 zijn de risico's ook herijkt. Over 2022 neemt het risico met 1,6 miljoen euro toe. Dit wordt deels verklaard doordat de begroting 2022 normaal is begroot, als ware er geen corona-crisis. In het risicomodel hebben we voor 2022 nog een verhoogd risico op een uitloop van de corona-crisis gekwantificeerd. Daarnaast heeft de corona-crisis geleerd dat ook de variabele huuromzet en de abonnementen-omzet van de Euroborg-garage conjunctuurgevoelig zijn. Voor deze omzetten zijn derhalve risico's gekwantificeerd. Daarnaast is het risico voor de forum-garage geactualiseerd. Bovenstaande wijzigingen leiden tot een verhoogd risico van circa 300 duizend euro per jaar, over 4 jaar derhalve 1,2 miljoen euro. Overige wijzigingen leiden tot een verhoging van 400 duizend euro. |
Risicobedrag 2022 | 4,30 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 3,92 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 4,10 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Risicobedrag 2025 | 4,29 miljoen euro |
Kans 2025 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Al jaren in de P&C-documenten |
Actie | Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen. |
Naam risico | Verkeer- en vervoersprojecten |
---|---|
Deelprogramma 1.2: | Mobiliteit |
Omschrijving | Risico's bij verkeer- en vervoersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de hoogte van de investeringskosten. Vooraf worden deze risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben. Bij de grote verkeersprojecten (= investering meer dan 5 miljoen euro) bepalen we het risico op 10% van de investeringskosten. Daarbij beoordelen we de mogelijkheid om bij te sturen in het project (beheersmaatregelen). Op projectniveau kunnen dat bijvoorbeeld zijn: het werken met een plafondprijs in de aanbesteding, het rekening houden met een percentage onvoorzien in de kostenraming of het in beeld brengen van besparingsmogelijkheden. Risico's die niet binnen de beschikbare middelen van het project kunnen worden opgelost, worden meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen voor verkeersprojecten. Voor projecten die voortvloeien uit de Netwerkanalyse 2013 (totale omvang gemeentelijke middelen 20 miljoen euro) is besloten dat voor- en nadelen mogen worden verrekend binnen het totale programma (gesloten financiering). Financiële tegenvallers kunnen dus binnen het totaal beschikbare budget worden opgevangen. Dit kan effect hebben op de projecten die uitgevoerd kunnen worden, maar voor het geheel geldt dat geen sprake is van een financieel risico voor de gemeente Groningen. Stationsgebied Haren |
Risicobedrag 2022 | 0,7 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 0,7 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 0,7 miljoen euro |
Kans 2025 | 100% |
Risicobedrag 2025 | 0,7 miljoen euro |
Kans 2025 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Rekening 2017 |
Actie |
Naam risico | Tekort OV-Bureau Groningen Drenthe |
---|---|
Deelprogramma 1.2 | Mobiliteit |
Omschrijving | De gemeente Groningen neemt voor 21% risicodragend deel in het OV-Bureau Groningen Drenthe (zie ook de paragraaf Verbonden Partijen). De andere deelnemers, de provincies Groningen en Drenthe, dragen respectievelijk 44% en 35% van het risico. Als gevolg van Corona zijn reizigersaantallen terug gelopen. De verwachting is dat het herstel een aantal jaar duurt. Dit heeft een nadelige invloed op de verwachte resultaten van het OV-Bureau. De Begroting 2022 van het OV-Bureau is vastgesteld met een voorzien tekort. Hiervoor is een ‘Stelpost overige baten’ in de begroting van het OV-Bureau opgenomen waarbij is aangegeven dat er extra middelen vanuit Rijk, provincies Drenthe en Groningen, gemeente Groningen en/of het weerstandsvermogen van het OV-bureau moeten komen. Daarnaast heeft het Rijk nog geen zekerheid gegeven over een beschikbaarheidsvergoeding vanaf september 2022 en de jaren daarna. |
Risicobedrag 2022 | 0,4 miljoen euro |
Kans 2022 | 50% |
Risicobedrag 2023 | 0,4 miljoen euro |
Kans 2023 | 50% |
Risicobedrag 2024 | - |
Kans 2024 | - |
Risicobedrag 2025 | - |
Kans 2025 | - |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | 2021 |
Actie | We volgen samen met het OV-Bureau de ontwikkelingen rondom de reizigersaantallen en de beschikbaarheidsvergoeding en wat dit betekent voor de financiële resultaten van het OV-Bureau. Eind van 2021 wordt een actueel beeld gebruikt om zo nodig de Begroting 2022 van het OV-Bureau te actualiseren. |
Naam risico | Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV |
---|---|
Deelprogramma 1.3: | Wonen |
Omschrijving | WarmteStad heeft op dit moment 2 typen activiteiten:
Via Warmtestad investeert de gemeente in warmteprojecten gericht op een CO2 neutrale stad in 2035. WarmteStad heeft aandacht voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Voor de resterende risico’s voor de gemeente is het weerstandsvermogen versterkt. |
Risicobedrag 2022 | 1,434 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 1,434 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 1,434 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Risicobedrag 2025 | 1,434 miljoen euro |
Kans 2025 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Begroting 2017 |
Actie | We monitoren voortdurend de stand van zaken |
Naam risico | Risico's bodemsanering |
---|---|
Deelprogramma 2.1: | Kwaliteit Leefomgeving |
Omschrijving | In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties) gesaneerd of beheerst zijn. Daarnaast is afgesproken dat bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn in 2020. In de gemeente zijn vanaf 2018 alle spoedlocaties beheerst (saneringen/of monitoring loopt) of gesaneerd. Een aantal spoedlocaties waar de sanering nog loopt zijn niet in eigendom van de gemeente. Wanneer een derde om welke reden dan ook de verantwoordelijkheid van de sanering niet kan nakomen, is de gemeente als bevoegd gezag verplicht een lopende spoedsanering tot een goed einde te brengen Los van de spoedlocaties kunnen zich nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen, onrust omwonende en randvoorwaarden bodem). In het geval deze situaties zich aandienen moeten we middelen beschikbaar stellen voor aanvullend (risico) onderzoek, eventuele tijdelijke beheermaatregelen en op iets langere termijn voor een definitieve oplossing. De voormalige vuilstort Woltersum is hier een voorbeeld van (locatie is in 2021 gesaneerd). Voor het bepalen van het risico houden we rekening met kosten voor onderzoek en beheersmaatregelen. Uitgaande van drie gevallen per jaar schatten we het risico in op 500 duizend euro met een kans van 75%. Het gaat om een structureel risico. Tot slot is er een risico op onze apparaatskosten voor wettelijke taken voortkomend uit Wet bodembescherming/Omgevingswet. Het Convenant Bodem en Ondergrond 2015-2020 is inmiddels afgelopen. Voor 2021 zijn afspraken gemaakt met het rijk. De decentrale uitkering die de gemeente Groningen ontvangt is 482 duizend euro. Dat is lager dan de benodigde 700 duizend euro. De verwachting is niet dat dit bedrag door het Rijk nog wordt aangevuld. Voor 2022 en verder zijn de rijksbijdragen nog niet bekendgemaakt. Afspraken daarover worden pas eind 2021 verwacht. Daarom nemen we voorzichtigheidshalve voor 2022 en verder een structureel risico van 700 duizend euro op met een kans van 25%. Zodra er zekerheid is over het nieuwe convenant kan dit deel van het risico vervallen. |
Risicobedrag 2022 | 2,1 miljoen euro structureel |
Kans 2022 | Diverse kansen |
Risicobedrag 2023 | 2,1 miljoen euro structureel |
Kans 2023 | Diverse kansen |
Risicobedrag 2024 | 2,1 miljoen euro structureel |
Kans 2024 | Diverse kansen |
Risicobedrag 2025 | 2,1 miljoen euro structureel |
Kans 2025 | Diverse kansen |
Structureel/Incidenteel | structureel en incidenteel |
1e signaleringsmoment | 2001 |
Actie | We monitoren voortdurend de stand van zaken |
Naam risico | Bezwaarprocedures |
---|---|
Deelprogramma 2.1: | Kwaliteit leefomgeving |
Omschrijving | Woningcorporatie Wierden en Borgen (Ten Boer) heeft bezwaar ingediend tegen de aanslag rioolheffing 2014 en volgende jaren. Het bezwaar richt zich met name op de stellingname van Wierden en Borgen dat de gemeente ten onrechte bepaalde objecten niet aanslaat. Daarnaast richt het bezwaar zich tegen de onderbouwing van de door te berekenen kosten naar het aanslagbedrag. Alle gemeenten waar onroerend goed staat van Wierden en Borgen hebben een gelijksoortig bezwaar gekregen. De rechtbank heeft op 10 maart 2020 Wierden en Borgen in het gelijk gesteld. We zijn in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak. We hebben namelijk een nadere onderbouwing kunnen opstellen waaruit blijkt waarom bepaalde objecten niet zijn aangeslagen. Gesprekken met Wierden en Borgen hebben niet geleid tot een oplossing zodat we nu in het formele traject zitten. Een inschatting van de omvang van het risico is niet te maken. Het risico staat daarom op p.m. Op 28 april 2021 heeft het gerechtshof Arnhem Leeuwarden het hoger beroep van de gemeente Groningen gegrond verklaard. Woningcorporatie Wierden en Borgen heeft beroep ingesteld (cassatie) bij de Hoge Raad. |
Risicobedrag 2022 | p.m. |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | p.m. |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | p.m. |
Het Kans 2024 | |
Risicobedrag 2025 | p.m. |
Het Kans 2025 | |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Jaarrekening 2008 |
Actie | We reageren op het beroepschrift in cassatie en wachten de uitspraak af. |
Naam risico | Geen middelen in de voorziening Afvalstoffenheffing |
---|---|
Deelprogramma 2.1: | Kwaliteit Leefomgeving |
Omschrijving | Het saldo van de voorziening afvalstoffenheffing is per 1 januari 2021 nul. In 2020 is een groot tekort ontstaan in de exploitatie van het onderdeel afvalstoffenheffing. Omdat het afvalbeleid nog niet geharmoniseerd was, konden we de tarieven niet indexeren. Daardoor is er 2 miljoen onttrokken aan de voorziening Afvalstoffenheffing. in september 2021 is de prognose dat de exploitatie afval 2021 vrijwel neutraal verloopt. De verwachting is dat daardoor het saldo van de voorziening afvalstoffenheffing op 1 januari 2022 nul is. We hebben daardoor geen middelen meer in de voorziening om eventuele negatieve afwijkingen in de bedrijfsvoering 2022 op te kunnen vangen. Het tarief 2022 is immers 100% kostendekkend geraamd. Gezien de financiële omvang van 37,4 miljoen euro is een afwijking van circa 750 duizend euro reëel (2%). |
Risicobedrag 2022 | 750 duizend euro |
Kans 2022 | 50% |
Risicobedrag 2023 | |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | |
Kans 2024 | |
Risicobedrag 2025 | |
Kans 2025 | |
Structureel/Incidenteel | incidenteel |
1e signaleringsmoment | Begroting 2021 |
Actie | We sturen strak op de uitgaven |
Naam risico | Financiering uitvoering wet BUIG | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Deelprogramma 3.1 | Werk en Inkomen | |||||||||||||||
Omschrijving | In het financieel perspectief begroting 2022 is met onderstaande tekorten rekening gehouden. Dit wijkt positief af ten opzichte van het huidige perspectief.
We hebben de volgende uitgangspunten bij deze berekening gehanteerd:
Om het risico op een tekort in te schatten, hebben we drie dingen gedaan. In de eerste plaats hebben we de macrobudgetten vanaf 2022 bijgesteld:
Deze actualisatie leidt niet tot een wijziging in het financieel perspectief doordat het voordeel dat ontstaat door bijstelling van de budgetten nodig is om het negatieve herverdeeleffect als gevolg van de gewijzigde financiering van LKS af te dekken.
NB. De veronderstelde daling van het uitgavenaandeel in 2021 ten opzichte van 2020 is niet als risico aangemerkt omdat in 2021 het aantal uitkeringen in Groningen zich gunstiger ontwikkelt dan landelijk. | |||||||||||||||
Risicobedrag 2022 | 1,5 miljoen | |||||||||||||||
Kans 2022 | 25% | |||||||||||||||
Risicobedrag 2023 | 1,5 miljoen | |||||||||||||||
Kans 2023 | 25% | |||||||||||||||
Risicobedrag 2024 | 1,7 miljoen | |||||||||||||||
Kans 2024 | 25% | |||||||||||||||
Risicobedrag 2025 | 2,0 miljoen | |||||||||||||||
Kans 2025 | 25% | |||||||||||||||
Structureel/Incidenteel | Structureel | |||||||||||||||
1e signaleringsmoment | VGR 2014-2 en Begroting 2015 | |||||||||||||||
Actie | Optimaliseren van de sturing op uitvoering van het werkprogramma |
Naam risico | Sociaal domein |
---|---|
Deelprogramma 3.3 | Welzijn gezondheid en zorg |
Omschrijving | Met de decentralisatie in 2015 hebben gemeenten een grote verantwoordelijkheden gekregen. Het Rijk De bijbehorende budgetten die over zijn gegaan naar gemeenten schieten echter tekort. De zorgkosten budgetten staan onder druk en daarom zijn op begroting- en rekeningbasis tekorten vaak aangevuld. In het risico sociaal domein houden we rekening met een volume risico op zorggebruik (zorggebruik groeit harder dan verwacht) en een aantal specifieke risico's. Naast het volume-risico houden we rekening met een aantal specifieke risico's. Deze hebben vooral betrekking op (transformatie) maatregelen die moeten leiden tot een besparing op de zorgkosten door een verschuiving van dure naar goedkopere zorg. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren wordt gemonitord en waar nodig zal bijgestuurd worden. Naast transformatie risico's houden we ook rekening met een risico dat door corona er extra zorg verleend moet worden en dat invoering van het nieuwe verdeelmodel bij de integratie uitkering voor beschermd wonen (die we ontvangen van het Rijk) tot een nadeel voor Groningen kan leiden. Voor alle specifieke risico's maken we een inschatting van de omvang van het risico en de kans van optreden. Omdat we in de systematiek van het risico sociaal domein al rekening houden met de kans van optreden nemen we de uitkomst van het risico volledig (kans van optreden 100%) mee bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen. |
Risicobedrag 2022 | 13,3 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 15,7 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 16,8 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Risicobedrag 2025 | 17,5 miljoen euro |
Kans 2025 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Structureel |
1e signaleringsmoment | 1 maart 2014 |
Actie | Wij hebben de laatste jaren maatregelen genomen om te zorgen dat de zorgkosten beter in control komen. Hierbij hebben we nadrukkelijk een koppeling gelegd tussen beleid, uitvoering en geld. |
Naam risico | Huisvesting LVV doelgroep |
---|---|
Deelprogramma 3.3 | Welzijn, gezondheid en zorg |
Omschrijving | De gemeente Groningen fungeert als opdracht- en subsidiegever voor de opvang en begeleiding van vreemdelingen zonder recht op opvang of verblijf. De doelgroep werd gehuisvest in het voormalig formule 1 hotel. Deze huisvesting is echter niet langer beschikbaar omdat het pand niet meer aan de brandveiligheidseisen voldoet.
Daarnaast is er nog geen duidelijkheid over de Europese subsidie voor 2022 van 390 duizend euro. Het Rijk wil nog niet garant staan voor dit bedrag, daarom nemen we het mee in het risico. Het totale risicobedrag komt daarmee op 3,4 miljoen euro. |
Risicobedrag 2022 | 3,4 miljoen euro |
Kans 2022 | 25% |
Risicobedrag 2023 | 0 |
Kans 2023 | 0 |
Risicobedrag 2024 | 0 |
Kans 2024 | 0 |
Risicobedrag 2025 | 0 |
Kans 2025 | 0 |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | rekening 2020 |
Actie | Overleg met het Rijk over het vervolg na de pilot. Daarnaast kan het risico worden beperkt door alternatieve huur in de units toe te staan als de LVV eerder stopt. |
Naam risico | Bedrijfsrisico werkmaatschappijen (SPOT en Sport050) en Zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer) |
---|---|
Deelprogramma 2.1 en 3.4: | Kwaliteit Leefomgeving /Sport en Bewegen/ Cultuur |
Omschrijving | We houden rekening met een risico bij de werkmaatschappijen Oosterpoort/ Stadsschouwburg (SPOT) en Sport050 en bij de zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer). Een deel van de inkomsten van de directie SPOT is afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 9,6 miljoen euro voor SPOT. |
Risicobedrag 2022 | 2,9 miljoen euro |
Kans 2022 | 25% |
Risicobedrag 2023 | 2,9 miljoen euro |
Kans 2023 | 25% |
Risicobedrag 2024 | 2,9 miljoen euro |
Kans 2024 | 25% |
Risicobedrag 2025 | 2,9 miljoen euro |
Kans 2025 | 25% |
Structureel/Incidenteel | Structureel |
1e signaleringsmoment | |
Actie |
Naam risico | Specifieke uitkering stimulering Sport BTW (SPUK BTW) |
---|---|
Deelprogramma 3.4: | Sport en bewegen |
Omschrijving | Om sport en beweging te stimuleren konden gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die aan hen in rekening werd gebracht in aftrek brengen. Dit recht op aftrek is met ingang van 1 januari 2019 vervallen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten daarom jaarlijks een uitkering aanvragen ter compensatie van het btw-nadeel. |
Risicobedrag 2022 | 490 duizend euro |
Kans 2022 | 25% |
Risicobedrag 2023 | 490 duizend euro |
Kans 2023 | 25% |
Risicobedrag 2024 | 490 duizend euro |
Kans 2024 | 25% |
Risicobedrag 2025 | 490 duizend euro |
Kans 2025 | 25% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Begroting 2020 |
Actie | We hebben de financiële gevolgen van de wijziging aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau. |
Naam risico | Exploitatie Groninger Forum |
---|---|
Deelprogramma 3.5 | Cultuur |
Omschrijving | Forum Groninger is eind 2019 geopend. Voor de exploitatietekorten en aanloopkosten in de eerste 5 jaar (2020-2024) is een bedrag van 3,3 miljoen beschikbaar. Na de periode van 5 jaar verwachten we dat Forum Groningen goed zicht heeft op de structurele exploitatie met voldoende mogelijkheden om zelf (bij) te kunnen sturen. In 2020 is een bedrag van 590 duizend euro aan deze reserve onttrokken. 300 duizend euro voor de cofinanciering van de coronaondersteuning van het Filmfonds en 290 duizend euro voor het exploitatietekort over 2020. Voor 2021 heeft Forum Groningen een bedrag van 400 duizend euro als bijdrage uit deze reserve begroot. Eind 2021 resteert er dan nog een reserve van 2,3 miljoen. |
Risicobedrag 2022 | PM |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | PM |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | PM |
Kans 2024 | 100% |
Risicobedrag 2025 | N.v.t. |
Kans 2025 | |
Structureel/Incidenteel | Structureel |
1e signaleringsmoment | Rekening 2014 |
Actie | Door middel van voortgangsgesprekken en rapportages wordt de realisatie van de exploitatie gevolgd. |
Naam risico | Verstrekte leningen en garanties | |
---|---|---|
Deelprogramma: | Divers | |
Omschrijving | In het treasurystatuut staat dat de verstrekking van leningen of garanties aan derden alleen is toegestaan vanuit de publieke taak. Het verstrekken van een lening of het afgeven van een garantie leidt voor de gemeente tot een risico dat de derde niet aan de verplichtingen kan voldoen. Gemiddeld genomen houden we rekening met een risico van 8% van de omvang van de lening/ garantie. Per geval wordt het risico afzonderlijk beoordeeld en gewaardeerd. Leningen Euroborg Lening Enexis Lening Stichting Ebbingehof Verstrekte garantie en leningen voormalige gemeente Haren | |
Risicobedrag 2022 | 2,5 miljoen euro | |
Kans 2022 | 100% | |
Risicobedrag 2023 | 2,4 miljoen euro | |
Kans 2023 | 100% | |
Risicobedrag 2024 | 2,3 miljoen euro | |
Kans 2024 | 100% | |
Risicobedrag 2025 | 2,2 miljoen euro | |
Kans 2025 | 100% | |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel | |
1e signaleringsmoment | jaarrekening 2006 | |
Actie | Met het aflossen van de leningen, loopt het risico jaarlijks terug. |
Naam risico | Opgaven Vastgoedbedrijf |
---|---|
Deelprogramma: | Diverse |
Omschrijving | Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen heeft een gemiddelde leeftijd van meer dan 40 jaren. De leeftijd van de vastgoedvoorraad brengt voor de toekomst forse vernieuwing- en moderniseringsopgaven met zich mee. Dit vraagt heldere koersbepaling op programmaniveau. Van een aantal programma’s is de koers al bepaald, dan wel wordt dit voorbereid. Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs is hiervan een voorbeeld en het Integraal Accommodatieplan Bewegingsonderwijs en Binnensport wordt voorbereid. Andere plannen waaraan gewerkt zijn bijvoorbeeld het Accommodatieplan (DMO) en een Strategische huisvestingsvisie (SSC/FSH). De projectmatige uitvoering van nieuw- en verbouw is belegd bij het Vastgoedbedrijf. De genoemde vernieuwing- en moderniseringsopgaven zijn gelet op de gebouwleeftijd, de dynamiek van de achterliggende (beleids-)programma’s en veranderende gebruikers(wensen) noodzakelijk en leiden tot forse financiële opgaven voor de toekomst. Voor vernieuwing en modernisering is niet structureel gespaard binnen de gemeente. De gereserveerde middelen voor beheer en onderhoud zijn gericht op instandhouding en beheer en onderhoud ‘as is’, uitgaande van het meest kosten efficiënte onderhoudsniveau (NEN niveau 3). Veroudering van de voorraad leidt tot toenemende kosten van instandhouding. Met de oprichting van het Vastgoedbedrijf is ingezet op professionalisering van de omgang met het maatschappelijk vastgoed. Onderdeel hiervan is dat de voorraad stapsgewijs wordt getoetst op conformiteit aan wettelijke eisen. In 2020 is het asbestonderzoek afgerond en zijn waar nodig maatregelen genomen. Tevens is in 2020 onderzoek verricht naar benodigde energielabels en is uitvoering ter hand genomen. In 2020 is ook gestart met brandveiligheidsonderzoek en beoogd wordt -bij positieve besluitvorming door de raad - in 2021 te starten met de uitvoering van maatregelen om het brandveilig gebruik van gemeentelijke gebouwen te borgen. Ook worden de meerjarenonderhoudsplannen nader gescand en verfijnd op volledigheid en kwaliteit. Dergelijke onderzoeken geven invulling aan eigenaarsverantwoordelijkheid en vormen de basis voor risicobeheersing en voorspelbaarheid van (toekomstige) keuzes en bijbehorende financiële opgaven. De meerjarenonderhoudsplannen hebben daarbij een directe relatie met de lange termijn keuzes op programmaniveau en de hieruit af te leiden pand strategieën Ook de impact en omvang van de verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed tekent zich steeds helderder af. De in 2020 verschenen Landelijke Routekaarten onderstrepen de omvang van de opgave zowel uitvoeringstechnisch als financieel. Beoogd wordt in 2021 de verduurzamingsstrategie voor het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen vorm te geven via een (wettelijk verplichte) routekaart. De opgave is complex en vraagt nauwkeurige afweging in relatie tot de vernieuwing- en moderniseringsopgaven op programmaniveau. |
Risicobedrag 2022 | |
Kans 2022 | pm |
Risicobedrag 2023 | |
Kans 2023 | pm |
Risicobedrag 2024 | |
Kans 2024 | pm |
Risicobedrag 2025 | |
Kans 2025 | pm |
Structureel/Incidenteel | |
1e signaleringsmoment | |
Actie |
Naam risico | Effecten coronavirus |
---|---|
Deelprogramma | Alle deelprogramma's |
Toelichting | De corona pandemie had en heeft een grote impact op de gemeentelijke financiën in 2020 en 2021. Wat het effect is op de begroting 2022 is lastig aan te geven. De economie herstelt zich snel nu het aantal besmettingen afneemt en de vaccinatiegraad toeneemt. De verwachte economische groeit in 2021 en 2022 is ruim 3% per jaar. De verwachte werkloosheid blijft in 2022 beperkt tot 4,1%, vrijwel gelijk aan het gemiddelde in 2017-2019, voor de crisis. Het bbp-niveau komt in 2025 naar verwachting weliswaar 1,5% lager uit dan voor de corona crisis werd voorzien, maar dat is gunstiger dan het negatieve effect van 3% waar eerder van werd uitgegaan. De permanente economische schade van de corona pandemie blijft dus naar verwachting beperkt. Dat blijkt uit de juni raming en de actualisatie van de middellange-termijnverkenning die het Centraal Planbureau op 22 juni heeft gepubliceerd. Het CBS ziet ook nog diverse onzekerheden.
Indien er in 2022 wederom een besmettingsgolf komt dan is de kans aanwezig dat (grote) evenementen en de kermissen niet doorgaan. Dat heeft dan ook weer effect op de opbrengsten logiesbelasting. We kunnen nu niet inschatten wat bijvoorbeeld de effecten zijn van de corona pandemie op de sport inkomsten 2022. Van het Rijk hebben we in 2020 en in 2021 aanvullende middelen ontvangen om de effecten van de corona pandemie deels te kunnen opvangen. De verwachting is dat we in 2022 ook aanvullende middelen ontvangen als dat nodig is. Onderstaand geven we een inschatting van het risico voor de verschillende sectoren. Dit leidt tot een incidenteel risico van 3,2 miljoen. In dit risico is geen rekening gehouden met het effect van de corona pandemie op het risico voor de BUIG, het risico Parkeren en het risico bij de zorguitgaven. Die effecten zijn meegenomen in de afzonderlijke risico's omdat deze niet los gezien kunnen worden van het reguliere risico. |
Sport | We houden rekening met een risico dat de verhuurinkomsten van de sportaccommodaties teruglopen. Dit heeft betrekking op onder andere de verhuur aan sportverenigingen (door minder leden), verhuur aan scholen en overige verhuurinkomsten. Daarnaast houden we rekening met een verlaging van les- en cursusgelden en entreegelden bij de zwembaden en de ijsbaan. Het totale risico voor de inkomsten hebben we berekend op 2,6 miljoen euro. Voor een deel rekenen we op compensatie van het Rijk (1,4 miljoen euro). Daarmee komt het risico voor de gemeente op 1,2 miljoen euro |
Cultuur | In het geval de 1,5 meter maatregelen in 2022 deels van kracht blijven zijn alle cultuur evenementen verliesgevend. Dit leidt tot lagere inkomsten lager terwijl de kosten wel gemaakt worden of toenemen. Voor het bepalen van het risico houden we rekening met minder inkomsten van 2 miljoen euro. We verwachten dat we voor een deel gecompenseerd worden voor dit tekort. We houden daarom rekening met een risico van 1 miljoen euro. |
Werk en inkomen | De corona pandemie leidt tot een toename van de werkeloosheid. Voor de gemeente leidt dit tot op veel fronten tot hogere lasten (zoals meer uitkeringen, meer begeleidingskosten om mensen aan het werk te helpen, hoger kosten schuldhulpverlening). Het effect van corona op het aantal te verstrekken uitkeringen kan niet los worden gezien van het reguliere risico (risico BUIG). Daarom nemen we dit effect mee in het reguliere risico BUIG. |
Inkomsten | Als gevolg van de corona crisis lopen we een risico dat de gemeentelijke inkomsten zullen achterblijven ten opzichte van de begroting. In totaal 0,8 miljoen euro (afgerond). We houden bijvoorbeeld rekening met minder logies inkomsten van 260 duizend euro, lagere inkomsten Meikermis (250 duizend euro), leges vergunningaanvragen evenementen (160 duizend euro) en verhuurinkomsten evenemententerrein Stadspark 330 duizend euro) |
Parkeren | Het risico op lagere parkeerinkomsten is meegenomen bij het risico parkeren. |
Risicobedrag 2022 | 3,2 miljoen euro |
Kans 2022 | 50% |
Risicobedrag 2023 | |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | |
Kans 2024 | |
Risicobedrag 2025 | |
Kans 2025 | |
Structureel/Incidenteel | incidenteel |
1e signaleringsmoment | rekening 2019 |
Actie |
Naam risico | Niet halen bezuinigingen |
---|---|
Deelprogramma | Alle deelprogramma's |
Omschrijving | Bij voorgaande en de huidige begroting zijn bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. Niet alle voorgenomen bezuinigingen worden volledig en/of in het gewenste tempo gerealiseerd. We hebben elke nog niet gerealiseerde bezuinigingsmaatregel en nog te realiseren bezuinigingsmaatregel beoordeeld. Dit leidt tot een incidenteel risico van 7,4 miljoen euro in 2022 aflopend tot 6,4 miljoen euro in 2025 en een structureel risico van 2,7 miljoen euro in 2022 oplopend tot 4,2 miljoen euro in 2025. Bij het bepalen van het risico is per maatregel rekening gehouden met de kans van optreden. Voor de bepaling van het benodigd weerstandsvermogen wordt de uitkomst daarom volledig (=100%) meegenomen. |
Risicobedrag 2022 | 7,4 miljoen euro incidenteel |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 7,8 miljoen euro incidenteel |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 6,4 miljoen euro incidenteel |
Kans 2024 | 100% |
Risicobedrag 2025 | 6,4 miljoen euro incidenteel |
Kans 2025 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel/structureel |
1e signaleringsmoment | Begroting 2014 |
Actie | We sturen actief op realisatie van de maatregelen |
Naam risico | Fiscale risico's |
---|---|
Deelprogramma | Alle deel programma's |
Omschrijving | Vennootschapsbelasting (VPB). Boekenonderzoek. Het boekenonderzoek raakt een aantal fiscaal kritische bedrijfsprocessen zoals: inhuur ZZP-ers, vergoedingen en verstrekkingen aan personeel en het gebruik van dienstauto’s. In de BTW-sfeer zijn veel vragen gesteld over dienstverlening aan en van de GGD, herontwikkeling openbaar gebied Zernikelaan en over het Groninger Forum. Bijzonder onderdeel van het onderzoek is de controle naar de verloning van de uitkeringsadministratie door Inkomens Dienst Verlening (IDV). Impact beperkende omstandigheid daarbij is dat IDV handelt volgens de “Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen”. Impact vergrotende omstandigheid is dat er landelijk geen recente ervaring bekend is met een degelijk onderzoek van deze omvang. Niet bij de belastingdienst, maar ook niet bij gemeenten. |
Risicobedrag 2022 | P.m. |
Kans 2022 | P.m. |
Risicobedrag 2023 | P.m. |
Kans 2023 | P.m. |
Risicobedrag 2024 | P.m. |
Kans 2024 | P.m. |
Risicobedrag 2025 | P.m. |
Kans 2025 | P.m. |
Structureel/Incidenteel | Structureel |
1e signaleringsmoment | Divers |
Actie |
Naam risico | Gemeentefonds |
---|---|
Deelprogramma 4.2: | Algemene inkomsten en post onvoorzien |
Omschrijving | De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. Voor 2020 en 2021 is echter besloten om de ontwikkeling van het accres te bevriezen op de stand van de voorjaarsnota 2020 van het Rijk. De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2021. De omvang van het gemeentefonds bedraagt in 2022 ruim 33 miljard euro. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting. De verdeling van de middelen in het gemeentefonds wordt herijkt. De laatste herziening van de financiële verhoudingen stamt uit 1997. Sindsdien is er veel veranderd in de opgaven voor gemeenten. Bijvoorbeeld de decentralisaties in het sociale domein en de toenemende regionale samenwerking op tal van terreinen. De herziening van de verdeling van de algemene uitkering is met behulp van de onderzoeksbureaus AEF en Cebeon uitgevoerd. Op basis van de eerste voorlopige uitkomsten van de herziening bleek dat Groningse en Friese gemeenten er onevenredig op achteruit gaan. Er is toen besloten om met de Friese en Groninger gezamenlijk op te trekken om tot een eerlijkere verdeling te komen. De minister heeft naar aanleiding van reacties van gemeenten en de ROB vervolgens besloten het voorgestelde verdeelmodel nog eens nader te onderzoeken. In de zomervakantie is een aangepast verdeelvoorstel voor het gemeentefonds gepresenteerd. Hieruit blijkt voor veel noordelijke gemeentes een verbetering maar toch blijken er nog steeds een aantal noordelijke gemeenten er onevenredig op achteruit te gaan. Dit najaar worden de ROB en de VNG/gemeenten geconsulteerd over het nieuwe verdeelmodel. Uiteindelijk besluit een nieuw kabinet over de herziening van de verdeling van het gemeentefonds en dit zal op zijn vroegst vanaf 2023 van kracht worden De werking van de normeringssystematiek 2015 – 2020 is geëvalueerd. De huidige systematiek (van trap-op-trap-af) is beoordeeld aan de hand van toetsingscriteria en worden er varianten uitgewerkt om de normeringssystematiek, op onderdelen, aan te passen. Er is geconcludeerd dat de normeringssystematiek goed werkt en daarom kan worden voortgezet. Uiteindelijk is het aan een nieuw kabinet om met de mede-overheden te besluiten over de te hanteren normeringssystematiek. De omvang van het BTW-compensatiefonds (BCF) is aan een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds. Het ministerie van BZK heeft in overleg met de VNG het standpunt ingenomen dat gemeenten zelf reëel dienen in te schatten welke verwachte ruimte onder het BCF plafond als verwachte bate kan worden opgenomen in de meerjarenraming. |
Risicobedrag 2022 | We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 28,8 miljoen euro (naar boven of naar beneden). |
Kans 2022 | We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifieke weerstandscapaciteit. |
Risicobedrag 2023 | |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | |
Kans 2024 | |
Risicobedrag 2025 | |
Kans 2025 | |
Structureel/Incidenteel | |
1e signaleringsmoment | 1995 |
Actie | Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen. |
Naam risico | Renterisico |
---|---|
Programma 4.3: | Algemene inkomsten en post onvoorzien |
Omschrijving | De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat. |
Risicobedrag 2022 | P.m. |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | P.m. |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | P.m. |
Kans 2024 | |
Risicobedrag 2025 | P.m. |
Kans 2025 | |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Doorlopend |
Actie | De renteresultaten worden jaarlijks toegelicht en inzichtelijk gemaakt in de rekening. |
Naam risico | Verzekeringen |
---|---|
Programma 4.4: | Algemene ondersteuning |
Omschrijving | Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade, cybercrime, motorrijtuigen, computer en glas. |
Risicobedrag 2022 | P.m. |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | P.m. |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | P.m. |
Kans 2024 | |
Risicobedrag 2025 | P.m. |
Kans 2025 | |
Structureel/Incidenteel | |
1e signaleringsmoment | Begroting 2018 |
Actie | Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt. |